Nehalennia is de naam eener Germaansche godin, vermoedelijk de beschermster van zeevaart en handel. Op den 5den Januarij 1647 werden op het Zeeuwsche eiland Walcheren en wel bij Domburg talrijke altaarsteenen ontdekt met afbeeldingen van deze godin en met opschriften, aan haar gewijd, terwijl men er vervolgens ook bespeurde te Deutz bij Keulen. Zij is afgebeeld in staande of zittende houding met een schoudermantel, eene korf met vruchten in de hand en een hond of ook wel een scheepsvoorsteven aan hare zijde. Boven zich heeft zij een schulpvormig gewelf.
Oudheidkundigen van onzen tijd houden haar voor de godin der Onderwereld en brengen daarmede ook haar naam (Nehal, Nifl, Niflheim) in verband. De gevondene altaarsteenen, in de kerk te Domburg bewaard, zijn bijna geheel vernield door den brand, die in den nacht van 31 December 1848 op 1 Januarij 1849 dat kerkgebouw in een puinhoop heeft herschapen. Gelukkig waren er te voren op last van het Zeeuwsch Genootschap naauwkeurige afbeeldingen van vervaardigd.