Muskusdier (Moschus) is de naam van eene groep uit de familie der Herten, tot de herkaauwende zoogdieren behoorende. Deze groep onderscheidt zich door groote achterklaauwen, het gemis van horens en de aanwezigheid van lange hoektanden in de bovenkaak.
Onder de soorten is slechts ééne, die den muskus oplevert, namelijk M. moschiferus, iets kleiner dan eene ree, gedekt met borstelige, broze haren, die grijs en aan den top zwart zijn. Aan de keel ziet men eene breede, witte streep met een zwarten zoom. De jongen zijn bont en hebben gele, onregelmatige strepen, en de oude bokken zijn donkerbruin. Allen hebben een zeer kleinen staart. Het mannetje heeft achter den navel een zakje of huidplooi, waarin de muskus afgescheiden wordt. Het vaderland van het muskusdier is de bergstreek tusschen den Altai en Tibet en strekt zich uit tot in China en Oost-Siberië. Vooral vindt men vele muskusdieren aan den oever van het Baikalmeer en van de Lena. Zij komen zelfs des winters niet in de vlakte en kunnen uitmuntend klauteren, springen en zwemmen.
Tot dezelfde groep behooren het Javaansche muskusdier (M. javanicus), dat zeer klein is, het muskusdier van Sumatra (M. Kauchil), dat nog kleiner is, — en eindelijk het kleinste muskusdier (M. pygmaeus), geelachtig-rood van kleur met witte vlekken en desgelijks op Sumatra te vinden.