Mosdiertjes (Bryozoa, Polyzoa) is de naam eener klasse van Weekdieren (Mollusca). Zij omvat microscopisch kleine diertjes, die hun naam ontleenen aan hunne koloniën, welke op mossen gelijken. Zij zijn veelal hoorn- of parkementachtig, ook wel eens kalkachtig en zelden geleiachtig, en bestaan uit regelmatig gevormde kokertjes (ectocysten), uit wier openingen, vaak met deksels gesloten, zij het bovenlijf kunnen uitsteken. Dit laatste is voorzien van een krans van voelhorens, waarmede zij het water in beweging brengen om alzoo het voedsel naar zich toe te halen.
De organen der spijsvertering liggen in den door de ligchaamsoppervlakte gevormden zak, en de mondopening bevindt zich in het midden der door voelhorens omgevene schijf. Behalve een zenuwknoop bij het afzonderlijk diertje vindt men er ook een algemeen zenuwstelsel voor de geheele kolonie. De mosdiertjes van dezelfde kolonie zijn niet allen gelijkvormig; zij vermenigvuldigen zich door knopvorming en ook door middel van geslachtsorganen. Men kent van deze diertjes omstreeks 2000 soorten, van welke 600 thans nog leven. Van deze bevinden zich 30 in zoet water en de overige in zee, waar zij steenen, wier, schelpen enz. bedekken. Zij zijn in twee orden verdeeld (Lophopoda en Stelmatopoda); de eerste onderscheidt zich door een halven, de tweede door een geheelen kring van voelhorens.