Montlosier (François Dominique Reynaud, graaf de), een bekend staatsman en pair van Frankrijk, geboren te Clermont in Auvergne den 11den April 1855, werd door den adel in 1789 afgevaardigd naar de Generale Staten. Na de ontbinding der Constituante in 1791 nam hij de wijk naar Coblenz en vervolgens naar Londen, waar hij den „Courrier de Londres” redigeerde. In 1800 ontving hij van de Bourbons den last om met Bonaparte over eene verzoening te onderhandelen, maar werd een aanhanger van laatstgenoemde en zag zich geplaatst bij het ministérie van Buitenlandsche Zaken.
Meermalen vergezelde hij Napoleon op zijne veldtogten, doch nam in 1812 zijn ontslag en vertrok naar Italië. Eerst na de Restauratie keerde hij in zijn vaderland terug en legde het werk ter perse, te voren op last van Napoleon geschreven, maar later door dezen afgekeurd: „De la monarchie française depuis son établissement jusqu’à nos jours (1814, 3 dln; 2de druk 1815, 4 dln)”. In 1826 gaf hij voorts zijn „Mémoire à consulter” in het, licht, waarin hij te velde trok tegen de woelingen der Jezuïeten, weshalve hij in ongenade viel bij Karel X.
In zijn vlugschrift: „De la crise présente et de celle qui se prépare (1829)” poogde hij zich halverwege tusschen de partijen te plaatsen, doch reeds in zijne „Mémoires sur la révolution française, le consulat, l’empire et la restauration (1829, 2 dln)” keerde hij terug tot zijne aristocratische gevoelens. Na het optreden der Julij-dynastie werd hij een ijveraar voor deze en zag zich tot pair benoemd. In 1832 baarde hij in de Kamer der Pairs groot opzien als verdediger der slavernij; hij overleed den 9den December 1838.