Minnesota, een van de westelijke Staten der Noord-Amerikaansche Unie, ligt tusschen 42°30' en 49° N. B. en 89°39' en 97°10' W. L. van Greenwich. Het grenst in het noorden aan Britsch Noord-Amerika, in het oosten aan het Bovenmeer en Wisconsin, in het zuiden aan Iowa en in het westen aan Dakotah en heeft eene oppervlakte van nagenoeg 3929 geogr. mijl. De gemiddelde hoogte van den bodem boven de oppervlakte der zee bedraagt omstreeks 300 Ned. el en de heuvels zijn er nergens hooger dan 520 Ned. el. De reeks der Missabey-heuvels doorloopt het noordelijk gedeelte van dien Staat en scheidt het stroomgebied van de Mississippi van dat der groote meren van Canada en van dat der Winnipegs.
Een zijtak dier heuvelreeks loopt zuidwaarts onder den naam van Côteau du Grand Bois. Dit gewest heeft eene uitmuntende besproeijing. Men schat er het aantal meren op 10000. De meeste van deze zijn zeer vischrijk en vele dier wateren hebben geene afvoerende rivier. De merkwaardigste dier meren zijn: het Rainy Lake, het Lake of the Wood, het Red Lake, het Leech Lake en Mille Lacs. De voornaamste rivier is er de Mississippi, die in het Itasca-meer ter hoogte van 479 Ned. el ontspringt en over een afstand van 1350 Ned. mijl door Minnesota kronkelt. Over 870 Ned. mijl is zij bevaarbaar. Ook hare oostelijke zijrivier, de St.
Croix, is over een afstand van 97 Ned. mijl voor schepen geschikt. De Minnesota of St. Peters-rivier komt uit Dakotah in dezen Staat en vereenigt zich boven St. Pauls met de Mississippi; zij is over een afstand van 483 Ned. mijl bevaarbaar. De Red River vormt over eene lengte van 610 Ned. mijl de westelijke grens en bereikt bij Pembina de Britsche provincie Manitoba. Zij stroomt door eene breede dalvlakte en is over een afstand van 400 Ned. mijl voor stoombooten te gebruiken. Eindelijk is ook de St. Louis gedeeltelijk bevaarbaar, zoodat men er bruikbare waterwegen heeft tot eene gezamenlijke lengte van 2420 Ned. mijl.
In het noordoosten heeft men uitgestrekte moerassen, terwijl het noordelijk gedeelte bijna geheel en al met dennenwouden is bedekt. In het zuiden vindt men golvende, zeer vruchtbare prairieën, maar ook een groot woud, le Bois franc, waar eiken-, iepen- en esschenboomen groepen. In het algemeen beslaat het woud er omstreeks 30°/0 van den bodem. Het klimaat is er gezond en aangenaam, doch in den winter betrekkelijk guur en in den zomer heet. De jaarlijksche temperatuur te St. Paul wisselt af tusschen — 30 en + 38°C., en bij deze stad, op de breedte van Venetië gelegen, is de Mississippi jaarlijks 120—127 dagen met ijs bedekt. De bevolking van Minnesota is zoo snel toegenomen als nergens elders en bedroeg in 1875 nagenoeg 600000 zielen. Van den bodem was in 1873 ongeveer een millioen Ned. bunders ontgonnen, en hiervan was 63,5°/0 bebouwd met tarwe.
Voorts oogst men er veel maïs, rogge, gerst, haver, aardappelen, boekweit en hooi. De veestapel is er aanzienlijk, en het ontbreekt er niet aan koper- en ijzerertsen, aan zoute bronnen en veengronden. De watervallen brengen er talrijke fabrieken in beweging. Inzonderheid wordt er veel timmerhout verwerkt. De spoorwegen hadden er in 1874 reeds eene lengte van 3202 Ned. mijl. In 1874 telde men er 2571 lagere scholen met 5206 onderwijzers, 3 onderwijzerskweekscholen, een Luthersch en een R. Katholiek seminarium, 2 colléges, onderscheidene académiën en handelsscholen en eene staatsuniversiteit (te Anthony-Falls), verbonden met eene polytechnische school. Ook zijn er onderscheidene inrigtingen van weldadigheid, bijv. voor blinden, voor doofstommen, voor krankzinnigen enz. De staatsregeling stemt er in de hoofdzaken overeen met die van de overige Staten der Unie.
De wetgevende magt is toevertrouwd aan een Senaat met 41 en een Huis van Afgevaardigden met 106 leden. De gouverneur en de overige staatsambtenaren worden door het volk voor den tijd van 2 jaren gekozen. De regtsbedeeling geschiedt er door een hooggeregtshof met 3 regters, door 9 arrondissementsregtsbanken en 75 kantongeregten, in ieder graafschap één. Minnesota zendt naar het Congrès 2 senatoren en 3 afgevaardigden; zijne hoofdstad is St. Paul. — Dit gewest werd eerst in de 17de eeuw door pelshandelaars uit Canada bezocht. In 1673 bevoeren Joliet en père Marquette den bovenloop van de Mississippi, en in 1680 drong père Hennepin door tot aan de St. Anthony-watervallen van die rivier.
Op den 8sten Mei 1689 nam Frankrijk dit gebied in bezit, hetwelk in 1812 door Engeland aan de Vereenigde Staten werd afgestaan. In 1819 verrees een fort bij St. Anthony-Falls, doch de eigenlijke kolonisten verschenen eerst in 1845. Toen Minnesota in 1849 een territorium werd, telde het slechts 5000 Blanken, en den llden Mei 1868 werd het als 32sten Staat in de Unie opgenomen. Het is zijn naam verschuldigd aan den Indiaanschen naam der St. Peters-rivier; de beteekenis daarvan is „Rookende rivier.”