Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Matan

betekenis & definitie

Matan, een rijk in Bornéo's Westerafdeeling, grenst in het noorden aan Simpang en Sapauk, in het oosten aan Pinoe en Kota Waringin, in het zuiden aan de Javazee en in het westen aan de Straat van Karimata. Het strekt zich uit langs de Pawan-rivier en hare zijtakken en is gedeeltelijk vlak, gedeeltelijk bergachtig. De Vorst draagt er den titel van Panoembahan, en de bevolking, omstreeks 70000 zielen tellende, bestaat grootendeels uit Dajaks, voorts uit Maleijers, Boeginézen, Arabieren en Chinézen. Het klimaat is er gezond en de warmte gematigd.

De grond levert er veel ijzer en eenig tin, en in de bergkloven verzamelt men vele eetbare vogelnestjes. Tot de handelsartikelen behooren er voorts rotan, schildpad, tripang, visch en getah pertsja. De huizen zijn er opgetrokken van eenig houtwerk en met boombladeren gedekt. De hoofdplaats is Padang Poerong of Tandjong Poera. Ook het eiland Karimata, bewoond door 300 visschers, behoort tot dit rijk.

Na vele vijandelijkheden met den Sultan is in 1827 eene expeditie derwaarts gezonden onder den kapitein ter zee Dibbetz, die een gedeelte van het land onder den naam van Brussel aan het Nederlandsch gezag onderwierp en onder het beheer stelde van Radja Akil, terwijl de Sultan naar het binnenland vlugtte.

< >