Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Maintenon

betekenis & definitie

Maintenon (Francoise d’Aubigné, marquise de), de minnares en vervolgens door een geheim huwelijk de gemalin van Lodewijk XIV, was de telg van een adellijk Protestantsch geslacht en werd geboren den 27sten November 1635 in de gevangenis te Niort, waar haar vader als zwendelaar was opgesloten. Toen zij 3 jaar oud was, vertrok zij met hare ouders naar Amerika en na den dood van haren vader keerde zij als elfjarig meisje met hare moeder naar Frankrijk terug. Daar laatstgenoemde desgelijks stierf, kwam zij in huis bij eene tante, de Villette genaamd, die haar met hardvochtigheid behandelde en in de Protestantsche kerkleer opvoedde. Op 16-jarigen leeftijd kwam zij in kennis met den dichter Scarron, die, getroffen door hare schoonheid, hare geestigheid en haren hulpeloozen toestand, haar in de keus gaf, of zij van hem eene som gelds om in een klooster te gaan of zijne hand wilde aannemen.

Hoewel Scarron verlamd en misvormd was, koos zij het laatste en verkeerde nu in het midden van den letterkundigen kring, die zich ten huize des dichters vereenigde. Toen deze in 1660 overleed, kwam zij in groote ongelegenheid, maar behield haren goeden naam, hoewel zij voor de vertrouwde vriendin van Ninon de l’Ehclos gehouden werd. Zij stond op het punt om als huisonderwijzeres naar Portugal te gaan, toen zij door bemiddeling van madame de Montespan een jaargeld van het Hof verkreeg. Vier jaar later werd zij belast met de opvoeding der beide zonen, door madame de Montespan aan Lodewijk XIV geschonken. In die betrekking leerde de Koning haar kennen, en hare gemaakte gestrengheid en ingetogenheid maakten aanvankelijk op hem een ongunstigen indruk. Niettemin was Lodewijk zoo goed over haar tevreden, dat hij haar 100000 livres schonk, waarvoor zij het buitengoed Maintenon aankocht, waarvan zij den naam aannam. Door ongemeene schranderheid wist zij de gunst des Konings te verwerven en hare weldoenster uit zijn hart te verdringen. Zij herschiep den trotschen, zinnelijken monarch in een femelaar en kreeg zooveel invloed op hem, dat hij in 1685 zijne toestemming gaf tot een geheim huwelijk met haar.

Hoewel zij betuigde, dat zij zich buiten alle staatszaken wilde houden, begon zij zich daarin meer en meer te mengen. In bondgenootschap met de geestelijkheid aan het Hof ondersteunde zij de vervolging der Hugenoten en bevorderde de opheffing van het Edict van Nantes. Hare gunstelingen werden ministers en generaals of ontvingen een hoog jaargeld. De hovelingen en ambtenaren vernederden zich tot femelarij, om de gunst dier magtige vrouw te verwerven. Schoon door glans en voorspoed omgeven, gevoelde zij zich diep ongelukkig en zou haren toestand gaarne verruild hebben met den vroegeren, toen zij in bekrompenheid verkeerde.

Het viel haar namelijk niet minder moeijelijk den ouden, wrevéligen, door rampen geschokten Koning op te vrolijken, dan den regtmatigen haat des volks te verdragen. Toen Lodewijk in 1715 overleed, begaf zij zich naar de abdij van St. Cyr, welke op haar verlangen 30 jaren te voren in een nonnenklooster veranderd was, en overleed aldaar den 15den April 1719. Hare „Mémoires (Amsterdam 1745, 6 dln)” zijn vervaardigd door Beaumelle, en deze gaf desgelijks hare „Lettres (Amsterdam, 1756, 9 dln)” in het licht. Voorts verschenen nog: „Lettres inédites de madame de Maintenon et de la princesse des Ursins (1814 en 1826, 4 dln)”.

< >