Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Logos

betekenis & definitie

Logos is het Grieksche λόγος (woord, rede) en beteekent in de Israëlietisch-Alexandrijnsche wijsbegeerte de van eeuwigheid bestaande gedachte Gods van zich zelven, welke met het doel om de wereld te scheppen van God is uitgegaan als zijne scheppende wijsheid, als het beginsel van alle goddelijke openbaring in het vergankelijke.

In het midden der 2de eeuw onzer jaartelling begonnen wijsgeerig gevormde Kerkvaders deze voorstelling te bezigen tot verdediging van het Christendom tegen de Grieksche wijsbegeerte, daar zij de Christelijke godsdienst beschreven als de volkomene openbaring van den goddelijken logos, welke in de Heidensche wereld reeds werkzaam geweest, doch in Jezus Christus in het vleesch verschenen was. Vooral werd het denkbeeld van den logos in de Christelijke Kerk verbreid door het Vierde Evangelie. In een tijd, toen men Christus niet meer als een gewoon mensch beschouwde, terwijl men niettemin aarzelde hem als God zelven in menschelijke gedaante aan te merken, was eene leer welkom, die een middenweg aanwees tusschen deze beide gevoelens door Christus voor te stellen als een goddelijk, maar aan God ondergeschikt wezen. Intusschen vond de leer van den logos of van de in Christus vleesch geworden Godsgedachte in den beginne geenszins algemeenen bijval; zij werd zelfs nog tegen het einde der 2de eeuw te Rome als eene tweegodendienst verworpen.

< >