Liehnowski is de naam van een vorstelijk geslacht, hetwelk in Oostenrijk en Pruissisch Silézië bezittingen heeft ter gezamenlijke uitgebreidheid van ÏO1^ geogr. mijl. Van de leden van dit geslacht, noemen wij:
Fduard Maria Ihehnowski, geboren den 19<5«n September 1789. Hij is de vervaardiger van eene onvoltooid geblevene: „Geschichte des Hauses Habsburg (1836—1844, dl. 1—8)” en overleed te München den lsten Januarij 1845.
Felix Lichnowski, oudste zoon van den voorgaande. Hij werd geboren den 5den April 1814, trad reeds vroeg in Pruissische dienst en nam in 1838 zijn ontslag. Daarna diende hij in Spanje onder don Garlos, die hem tot brigadegeneraal en adjudant-generaal bevorderde. Na zijn terugkeer uit Spanje schreef hij: „Erinnerungen aus den J. 1837—1839 (1841—1842, 2 dln)”, waarvan een tweegevecht met den broeder van generaal Montenegro het gevolg was, waarin hij zwaar gewond werd. Na zijne herstelling deed hij eene reis naar Portugal en gaf het werk: „Portugal, Erinnerungen aus dem J. 1842 (1843)” in het licht.
Bij zijn terugkeer werd hij als voormalig aanvoerder der Oarlisten door het volk te Barcelona beleedigd, zoodat men hem tot zijne beveiliging in heehtenis moest nemen. Later door de Spaansche regéring op vrije voeten gesteld, keerde hij naar Silézië terug, alwaar hij tot afgevaardigde benoemd en tot directeur van een spoorweg gekozen werd. Na de ontbinding van den Pruissisehen Landdag in 1847 woonde hij bij afwisseling te Weenen en te Berlijn. In 1848 zonden de kiezers te Ratibor hem naar de Duitsche Nationale Vergadering te Frankfort, waar hij tot de beste redenaars der regterzjjde behoorde. Dientengevolge viel hij gedurende het oproer te Frankfort op den 18den September 1848 op de Bornheimer Heide met generaal Auerswald als slagtoffer van het opgewonden volk. — Het tegenwoordig hoofd van het geslacht is prins Karl Liehnowski, geboren den 19dfm December 1820.