Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lehnin

betekenis & definitie

Lehnin, oudtijds Lenyn, een vlek in het Pruissische district Potsdam, in de nabijheid van een meer gelegen, is merkwaardig door de fraaije ruïne der abdij Himmelpfort am See, waar sedert 1180 onderscheidene markgraven van Brandenburg zijn ter aarde besteld, — alsmede door eene voorzegging (vaticinium Lehninense), 100 regels groot en volgens de overlevering door den monnik Hermann von Lehnin in 1234 vervaardigd. Men zegt, dat het handschrift door den Grooten Keurvorst, gevonden is in een ouden muur, toen hij uit de bouwvallen van het klooster een kasteel wilde doen verrijzen. Daarin wordt de ondergang van het Askanische Huis in Brandenburg en de opkomst van dat van Hohenzollern betreurd, ieder regent uit laatstgemeld Huis omschreven, de tijd van de vernietiging van dat Huis bepaald, en zoowel de eenheid van het Duitsche rijk als de zegepraal der R. Katholieke Kerk voorspeld. De eerste vermelding van het bestaan van dit gedicht is van het jaar 1693, en het is de eerste maal uitgegeven in „Gelehrten Preuszen (1723)” van Lilienthal, het laatst door Meinhold met eene dichterlijke vertaling (1849 en 1853), — voorts door Rösch (1849), Gieseler (1849), Guhrauer (1850) en Heffter (1851).

Eene onpartijdige critiek heeft die voorspelling echter verworpen als een ondergeschoven stuk van lateren tijd, dat in geheimzinnige verzen niet zoozeer eene voorspelling van de toekomst als eene geschiedenis van het verleden bevat. Omtrent den vervaardiger zijn de gevoelens verdeeld. Als zoodanig zijn genoemd: Seidel (✝ 1695), — de consistoriaalraad Fromm (✝ 1688), — Nikolaus von Zitzwitz, abt van Huysburg (1692), — en de Jezuïet Wolf, van 1685 tot 1686 kapellaan bij het Oostenrijksch gezantschap te Berlijn.

< >