Legioen van Eer (Orde van het), zoo noemt men de eenige thans in Frankrijk bestaande orde voor militaire en burgerlijke verdiensten. Zij werd gesticht door den consul Bonaparte bij besluit van 29 Floreal van het jaar X (19 Mei 1802). doch nader omschreven bij Keizerlijk decreet van 22 Messidor ' van het jaar XII (11 Julij 1803). De decoratie bestond uit eene 5-stralige, wit-geëimailleerde ster, aan de voorzijde het beeld van Napoleon dragende, omringd door een lauwrier- en eiken-krans met het omschrift: „Napoléon empereur des Français”, en aan de keerzijde dat van den Franschen adelaar met bliksems in de klaauwen en met het opschrift: „Honneur et Patrie”. Zij werd gedragen aan een gewolkt scharlakenrooden band. De Bourbons behielden de orde, maar veranderden haar van eene orde voor verdiensten in eene ridderorde, vervingen de beeldtenis des Keizers door die van Henri IV, den adelaar door leliën en noemden haar een kruis (croix), den kommandant kommandeur, den legionnair ridder.
De tweede Restauratie (1816) bepaalde het aantal grootkruisen op 80, dat der kommandeurs op 400 en dat der ridders op 2000. De Julij-omwenteling veranderde de leliën in drie-kleurige vaandels en plaatste boven de ster eene Koningskroon. Een besluit van 10 October 1848 verwijderde deze laatste en veranderde de decoratie zoodanig, dat het midden der ster aan de eene zijde het hoofd van Napoleon vertoonde met het opschrift: „Napoléon, premier consul, XIX mai 1802”, en aan de andere zijde de beide 3-kleurige vaandels met het omschrift: „Republique Française”. Daarentegen herstelde een decreet van 31 Januarij 1852 haar in den oorspronkelijken vorm en verdeelde hare bezitters in groot-kruisen, groot-officieren, kommandeurs, officieren en ridders. De ster der ridders is van zilver en die der hoogere graden van goud. De ridders en officieren dragen de orde aan een rooden band, laatstgenoemden met eene rozet, — de kommandeurs dragen hem om den hals, — de groot-officieren hebben daarbij eene vijfstralige zilveren ster en een officierskruis,— en de groot-kruisen dragen het kommandeurskruis aan een breeden band over den schouder en daarbij eene ster. De Keizer was grootmeester der Orde, en haar bestuur was toevertrouwd aan een groot-kanselier, die het hôtel der Orde in de Rue de Lille te Parijs bewoonde. De leden werden voor levenslang benoemd, maar verloren de orde tegelijk met het Fransch burgerregt. — Na den val van Napoleon III werd de orde op nieuw georganiseerd.
Zij draagt thans, in plaats van de beeldtenis des Keizers, die der Republiek met het omschrift: „République Française” en het jaartal 1870, terwijl de keerzijde 2 vaandels draagt met het omschrift: „Honneur et Patrie” De kroon is door een lauwer- en eikenkrans vervangen. Er zijn thans 5 klassen en het aantal personen in iedere klasse is tevens vastgesteld, namelijk: 5de: klasse: Ridders (25000), — 4de: Officieren (4000), — 3de: Kommandeurs (1000), — 2de: Groot-Officieren (200), — en 1ste: Groot-Kruisen (70). In de verschillende graden worden 3/5 de aan militaire en 2/5de aan burgerlijke personen toegekend. Militairen ontvangen als ridders 260, als officieren 500, als kommandeurs 1400, als groot-officieren 2000 en als groot-kruisen 3000 francs toelage in ’t jaar. Ook aan vreemdelingen kan de orde worden toegekend. Daarenboven heeft men in Frankrijk voor het leger de medaille, die aan 40000 personen kan verleend worden en waaraan een inkomen van 100 francs verbonden is. In Januarij 1874 bedroeg het aantal gedecoreerden in Frankrijk 68200, waaronder 28919 burgers en 34381 militairen. Dat aantal gaat het vastgestelde ver te boven, zoodat er voor eerst geene nieuwe uitgifte kon plaats hebben.
Tot het Legioen van Eer behoort de Maison nationale de Saint-Denis, een opvoedingsgesticht voor dochters, zusters en nichten van de leden der Orde Het heeft 2 bij-gebouwen een in de Rue Babette te Parijs en een ander, la maison des loges, in het bosch van St. Germain, te zamen met 400 leerlingen. De kosten der Orde van het Legioen van Eer bedragen jaarlijks 7 millioen francs.
Ook in Bolivia heeft men eene orde van het Legioen van Eer gesticht ter eere van Bolivar. De decoratie is eene met diamanten versierde, achtpuntige zilveren ster, in wier midden zich op een rood-geëmailleerd veld een door een blaauwen rand omgeven wit veld bevindt, waarop men en reliëf het gouden borstbeeld van Bolivar aanschouwt. Op dezen blaauwen rand staat met gouden letters: „Simon Bolivar Liberator” en op de keerzijde: „Simon Bolivar en Coronel Bouffet Montauban 1822”. De orde wordt gedragen aan een rood, geel en groen gestreept lint.