Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lawsonia L.

betekenis & definitie

Lawsonia L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Lythrarieën. Het onderscheidt zich door een 4-deeligen, afstaanden, overblijvenden kelk, eene 4-deelige bloemkroon, 13 paarsgewijs bij elkander geplaatste meeldraden en eene 4-hokkige, moeijelijk openspringende, schier bes-achtige zaaddoos. Het omvat onbehaarde heesters, die in het Oosten groepen, met gave tegenoverstaande en afwisselende blaaeren en witte, in trossen geplaatste bloemen. Van de soorten noemen wij: den alcanna- of genna-heester (Indiaansche ossetong), door Lamarck bestempeld met den naam van L. alba en door Gaertner met dien van Alcanna spinosa.

Deze heester, 2 tot 4 Ned. el hoog, wordt wel eens een boompje ter hoogte van meer dan 6 Ned. el en groeit in Noord-Afrika, de Levant en het zuiden van Azië. Zijn wortel (Radix Aleannae verae) bezigt men als zamentrekkend middel, zijne bloemen hebben een aangenamen geur als van reseda, en met het poeder der gedroogde bladeren geven de vrouwen in Egypte, Turkije enz. aan hare nagels, handpalmen en voetzolen een oranje-gele kleur. Men geeft aan dat poeder den naam van henné; het wordt vooral te Saïd in Opper-Egypte vervaardigd en vormt in het Oosten een belangrijk handelsartikel.

< >