Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lavoisier

betekenis & definitie

Lavoisier (Antoine Laurent), een uitstekend scheikundige en de grondlegger der antiphlogistische chemie, geboren te Parijs den léden Augustus 1743, studeerde onder Lacaille in de sterrekunde, onder Rouelle in de scheikunde, en onder Jussieu in de kruidkunde. Toen in 1764 de Fransche regéring eene prijsvraag uitschreef over de beste straatverlichting, zag hij zijn antwoord bekroond, en reeds in 1768 werd hij lid der Académie. De aard der gassen was in die dagen een belangrijk onderwerp voor de nasporingen der scheikundigen , en ook Lavoisier hield zich ijverig daarmede bezig. Daar hij evenwel zeer juist inzag, dat zulke onderzoekingen veel geld verslonden, aanvaardde hij de betrekking van pachtergeneraal.

Allengs kwam hij zoover, dat hij de ongerijmdheid begreep der theorie van Stahl, volgens welke zich in de brandbare ligchamen eene eigenaardige stof, het zoogenaamde phlogiston, bevond, welke bij de verbranding ontweek. Gebruik makend van de ontdekkingen van Black, Priestley en vooral van Cavendish, die in 1774 het bestaan der zuurstof aanwees, onderwierp hij de dampskringslucht aan een naauwgezet onderzoek, beweerde dat bij het roesten van een metaal dit laatste zuurstof opneemt en grondde daarop zijn antiphlogistisch stelsel. In 1783 ontleedde hij het water in zijne bestanddeelen en vormde water door het verbranden van zuurstof en waterstof. Hij hield zich voorts hoofdzakelijk bezig met de theorie der verbranding, der warmte en der oplossing van metalen, — voorts met den plantengroei, de ademhaling, de gisting enz. In 1776 kwam hij aan het hoofd der Koninklijke kruidmagazijnen, — en daarna werd hij medebestuurder der discontokas en medecommissaris der schatkist. Hij was een achtenswaardig mensch en maakte een loffelijk gebruik van zijn vermogen. Niettemin werd hij met andere algemeene pachters in de dagen van het Schrikbewind in hechtenis genomen, en den 8»ten Mei 1794 viel zijn hoofd onder het mes der guillotine. Hij schreef: „Traité élémentaire de chemie (1789; 3h> druk 1801)”, — en „Opuscules physiques et chemiques (1774; 2de druk 1801)”, — terwijl zijne: „Mémoires de chemie (1805, 2 dln)” door zijne echtgenoote werden uitgegeven.

< >