Kwang-si, eene provincie van Zuid-China, in het westen grenzende aan Tonkin en Junnan, in het noorden aan Koei-tsjeoe en Hoe-nanne in het oosten aan Kwang-tong, telt op 3677 □ geogr. mijl meer dan 8 millioen inwoners en behoort tot de grootste, maar minst bevolkte gewesten des rijks. Behalve den Nan-ling aan de noordelijke landpalen loopen er nog andere aanzienlijke bergketens van het noordwesten naar het zuid-oosten. Deze provincie bevat ongeveer het stroomgebied van den boven- en middenloop der Si-kiang (Ta-kiang) met de Ju-kiang als zijrivier; zij heeft in het bergachtig noorden uitgestrekte wouden en aan de zoomen der rivieren groote vlakten, waar veel rijst wordt verbouwd.
Daarenboven verkrijgt men er goud, zilver, koper, kwikzilver, edelgesteenten, timmerhout en cassia. Voor ’t overige is de nijverheid er niet sterk ontwikkeld. De hoofdstad van dit gewest is Koei-lin-foe aan de Foe-Kiang.
