Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Kortom

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

Johann Friedrich Christoph Kortom, een verdienstelijk Duitsch geschiedkundige. Hij werd geboren te Eichhorst in Mecklenburg-Strelitz, bezocht het gymnasium te Friedland en studeerde te Halle, Göttingen en Heidelberg, waarna hij in 1812 geplaatst werd als leeraar aan een instituut te Hofwijl. De onafhankelijkheidsoorlog deed hem in 1814 als vrijwilliger oprukken naar Frankrijk, doch nadat hij vervolgens zijne betrekking te Hofwyl weder had opgevat, werd hij weldra professor aan de cantonschool in Aargau, daarna aan het gymnasium te Neuwied en in 1821 hoogleeraar in de geschiedenis aan de universiteit te Basel. Nadat hij deze betrekking in 1822 had nedergelegd, vestigde hij zich ambteloos te Hofwyl, maar keerde in 1826 als privaatdocent in de geschiedenis naar Basel terug. Gedurende eene reis in Noord-Duitschland ontving hij in 1833 een beroep als gewoon hoogleeraar in de geschiedenis te Bern. In 1840 aanvaardde hij een dergelijk ambt te Heidelberg. Daar genoot hij als vrijmoedig en onpartijdig geschiedvorscher de algemeene achting, en overleed den 4den Junij 1858. Van zijne geschriften noemen wij: „Geschichte Griechenlands von der Urzeit bis zum Untergänge des Achäischen Bundes (1854, 3 dln)”, — „Entstehungsgeschichte der freistädtischen Bünde im Mittelalter (1827—1829, 3 dln)”, — „Geschichte des Mittelalters (1836—1837, 2 dln)”, — „Römische Geschichte (1843)”, — „Geschichte Europa’s im Uebergange vom Mittelalter zur Neuzeit (1861, 2 dln)”, — en „Geschichtliche Forschungen (1836)”.

Karl Arnold Kortom, de vervaardiger der „Jobsiade.” Hij werd geboren te Mühlheim aan de Ruhr in het hertogdom Berg den 5den Julij 1745, studeerde te Duisburg in de geneeskunde, ging eerst als practisch arts naar zijne geboorteplaats en in 1771 naar Bochum in het graafschap Mark, en overleed aldaar den 5den Augustus 1824. Hij schreef: „Skizze einer Zeitund Literaturgeschichte der Arzneikunde (1809; 2de druk 1819)”, — „Der Bienenkalender (1776)” enz., doch zijn meest bekend en vermaard werk is: „Die Jobsiade, oder Leben, Meinungen und Thaten von Hieronymus Jobs dem Candidaten (1784; 11de druk 1865)”, een grotesk-komisch heldendicht met houtsneden. In denzelfden trant leverde hij: „Die magische Laterne (1784— 1786 , 4 stukken)” — en „Adam’s Hochzeitfeier (1788).’’

< >