Koeban (Hypanis, Vardanes) is de naam eener rivier, die aan de noordelijke helling van den Elbroes (Caucasus) uit 2 beken ontspringt.
Zij stroomt in het gebergte eerst noord- en daarna noord westwaarts, maar begeeft zich in de steppe bij Kaukask met een scherpen hoek naar het westen en stort zich gedeeltelijk uit in de zee van Azof, gedeeltelijk in de Zwarte Zee, daarbij onderscheidene armen of limans vormende, tusschen welke zich het merkwaardig schiereiland of eiland Taman verheft, tegenover het Krimsche schiereiland Kertsj. Gedurende haren westelijken loop, tusschen moerassige oevers met talrijke poelen en meren, spoedt zich de rivier langs onderscheidene Kozakkendorpen en koloniën, alsmede langs de belangrijke stad Jekaterinodar en ontvangt vele zijrivieren, van welke de Laba de grootste is.
Het steppengebied tusschen de zee van Azof in het westen, de rivier Jeja in het noorden, de Koeban in het zuiden en eene lijn, die men van den mond der Laba naar de bronnen van de Jeja zou kunnen trekken, terwijl zij tevens de grenslijn vormt van het gouvernement Stawropol in het oosten, heette weleer het gebied der Tsjernomoren of der Kozakken van de Zwarte Zee, maar vormt thans het noordelijk gedeelte van het Koebaansch gebied (oblast) of van het gebied der Koebaansche Kozakken (320000 inwoners op 883 □ geogr. mijl) met Jekaterinodar als hoofdstad en met de steden Jejsk en Temrjoek. Daaraan grenzen in het zuiden de Trans-Koebaansche landen van de Koebaansche Kozakkenhorde (110000 inwoners op 618 □ geogr. mijl), — de landen der Tsjerkessen (100000 inwoners op 216 □ geogr. mijl), — en de onbewoonde landen aan de Zwarte Zee tusschen de rivieren Toeapse en Msynta (77 □ geogr. mijl). Al deze landen vormen de Koebaansche Oblast met 552000 inwoners — waaronder 30% Grieksche Christenen en 20% Mohammedanen — op ruim 1794 □ geogr. mijl.