Kloster-Bergen, een voormalig vermaard klooster der Benedictijnen bij Magdeburg, werd door keizer Otto in 337 ter eere van den H. Mauritius gesticht, en wel aanvankelijk binnen de muren der stad.
Toen echter de Keizer 30 jaren later aldaar het aartsstift Magdeburg ter eere van denzelfden Heilige vestigde, schonk hij aan de monniken het nieuwe klooster van Johannes den Dooper op een berg ten zuiden van de stad. Zoodra echter in 1549 de rijksban over de stad werd uitgesproken, vernielden de burgers dat klooster, uit vrees, dat het bij eene belegering een vast punt aan hunne vijanden zou verschaffen, en verplaatsten de monniken naar het St. Paulus-klooster. Later bouwde men het weder op en veranderde het in 1565 in een Protestantsch stift met een abt, terwijl men er eene school mede verbond, welke groote vermaardheid verkreeg. In 1577 had er eene zamenkomst van Protestantsche godgeleerden plaats, die aldaar het Formulier van Eenigheid ontwierpen. Nadat het klooster in den Dertigjarigen Oorlog en in dien van 1806 veel geleden had, werd het in 1809 opgeheven, waarna de kloostergoederen ten deel vielen aan de universiteit te Halle. Eindelijk heeft men na den aftogt der Franschen het gebouw afgebroken en op zijne voormalige standplaats het Frederik-Willemspark aangelegd.