Kassiersbriefje of kassierspapier is een handelspapier aan toonder, betaalbaar niet aan een bepaald persoon of diens order — zooals de wissel en het orderbriefje —, maar aan den houder, die het vertoont, om daarop betaling te ontvangen, en hierop regt heeft, omdat hij houder is. Hij, die eene betaling doen moet, geeft het af op zijnen kassier, ’t zij in den vorm eener assignatie (zie aldaar) of van eene kwitantie. Het wordt zonder formaliteiten overgedragen door de enkele overgave; daardoor doet het groote dienst als betaalmiddel. Het moet, volgens de wet, den juisten datum van uitgifte behelzen: de verbindtenis van den oorspronkelijken uitgever verjaart door een tijdsverloop van tien jaren sedert den dag van uitgifte.
Het papier wordt betaalbaar gesteld door een derde, niet door den uitgever; bij gebreke van betaling door dien derde komt evenwel geen protest van non-betaling te pas: de oorspronkelijke uitgever blijft aansprakelijk voor die betaling jegens iederen houder. Acceptatie van het papier door den derde, bij wien het betaalbaar is gesteld, is onnoodig: zoo de houder van hem geene betaling ontvangt, heeft hij zijn verhaal op hem, van wien hij het in betaling ontving, mits hij dat verhaal binnen drie dagen na de ontvangst doe gelden, en voorts kan hij, zooals gezegd is, den oorspronkelijken uitgever aanspreken. Deze is over het algemeen slechts aansprakelijk gedurende tien dagen na den dag van uitgifte; maar zijne aansprakelijkheid blijft voortduren indien hij niet bewijst, dat hij binnen dien tijd gereede penningen tot het vereischte bedrag gestort heeft in handen van dengene, die voor de betaling was aangewezen, en dat hij ze ook sedert bij dezen heeft gelaten, die ze dus ten tijde der vordering nog had. Levert hij dat bewijs, dan is hij van de persoonlijke aansprakelijkheid vrij, doch verpligt om aan den houder van het papier, op diens kosten, de bewijsstukken te leveren, waarmede deze zijn regt op die penningen tegen dien derde kan laten gelden. De kassier is niet persoonlijk jegens den houder tot uitbetaling verbonden, en niet verpligt, wel bevoegd, om na het faillissement van den oorspronkelijken uitgever met de uitbetaling voort te gaan, totdat daartegen verzet wordt gedaan, b.v. door de curators in den faillieten boedel.
Betaling niettegenstaande verzet maakt den kassier natuurlijk persoonlijk verantwoordelijk voor het uitbetaalde bedrag. Hetgeen onder den kassier verblijft, doordat hij ’t zij krachtens verzet of vrijwillig ophoudt te betalen, komt niet ten bate van den algemeenen boedel, maar wordt pond-pondsgewijze verdeeld onder hen, die houders zijn van vóór het faillissement deugdelijk afgegeven kassierspapier. Hetgeen overblijft, nadat deze ten volle voldaan zijn, komt ten bate van alle schuldeischers in den boedel. Het uitgeven van kassierspapier is eene daad van koophandel, alleen wanneer het geschiedt door een koopman als zoodanig; staat geene andere oorzaak in het papier uitgedrukt, dan wordt hij geacht het ten dienste van zijnen handel uitgegeven te hebben, en is deswege des noods bij lijfsdwang aansprakelijk.