Kasan, in het Tartaarsch ketel, was oorspronkelijk de naam van het land der Finsche Boelgaren, vormde in 1438 een afzonderlijk rijk, en werd in 1469 aan de Russen schatpligtig, doch in 1552 aan dezen geheel en al onderworpen. Het hedendaagsche gouvernement Kasan telt op 1116 □ geogr. mijl ruim 1700000 inwoners (1871), waaronder zich 440000 Mohammedanen en duizende Heidenen bevinden. Het land wordt besproeid door de Wolga, den benedenloop van de Karna, de Kasanka en andere rivieren. Het is op den regter oever van de Wolga met uitgestrekte weilanden en moerassen bedekt, maar verheft zich nabij de hoofdstad ter hoogte van 200 Ned. el boven de oppervlakte der zee.
De ontgonnen gronden, 4/11de van het geheel, zijn meest bouwlanden, en de bosschen bestaan er uit naaldhout, sterk met loofboomen vermengd. In weerwil van het barre klimaat bloeit er de landbouw. — De hoofdstad Kasan, 113 geogr. mijl ten oosten van Moskou, 200 geogr. mijl ten oost-zuid-oosten van Petersburg, 1 geogr. mijl van de Wolga verwijderd en van de Kasanka doorsneden, ligt gedeeltelijk op een lagen grond, gedeeltelijk op heuvels en beslaat eene aanmerkelijke uitgebreidheid. Op het hoogste gedeelte aan de noordzijde, verheft zich het Kremlin of de vesting, welke ook onderscheidene kerken, bijv. de Maria-kerk met een wonderdadig Maria-beeld, een prachtig klooster, een weeshuis enz., omvat. Rondom de vesting breidt de stad zich uit met 37 kerken, 3 kloosters, ééne evangelische kapél, kleine woningen zonder verdieping en door tuinen omringd, en breede, ongeplaveide, doorgaans zeer morsige straten. De stad is op hare beurt omringd door de voorsteden, bewoond door Tartaren, met 10 moskeeën. Er zijn (1871) bijna 80000 inwoners, en zij vormt een militair district, terwijl de gouverneur, de aartsbisschop van Kasan en Swijasjk enz. er hun verblijf houden. Czaar Alexander I stichtte er in 1804 eene umversiteit, welke in 1814 geopend werd; daartoe behooren een botanische tuin, eene sterrewacht (55°47'23" N. B. en 65°47'45" O. E. van Greenwich), eene aanzienlijke bibliotheek met belangrijke Mongoolsche en Tartaarsche handschriften en zeer rijke kunstverzamelingen. Men heeft er leerstoelen voor het Arabisch, Perzisch, (Chineesch, Mongoolsch en Armenisch.
Ook vindt men hier eene académie en een seminarium voor godgeleerden, 2 gymnasiën, onderscheidene andere scholen, een genootschap van vrienden der vaderlandsche letterkunde, eene staathuishoudkundige vereeniging, een weeshuis, een krankzinnigengesticht en onderscheidene hospitalen, een schouwburg enz. Kasan is eene belangrijke koopstad; de handel bevindt er zich grootendeels in de handen der Tartaren. De nijverheid levert er juchtleder, zeep, laken, katoen, veters, ankers, zeildoek enz. in hare nabijheid bevinden zich scheepstimmerwerven en eene groote Keizerlijke buskruidfabriek. — Men vindt Kasan het eerst vermeld in 1236 onder de Boelgaarsche steden, door de Mongolen veroverd; zij lag toen echter 7 geogr. mijl van den mond der Kasanka en had veel te Iijden van de invallen der Russen, die haar in 1393 onder bevel van Wasilii, grootvorst van Moskou veroverden en geheel verwoestten. Zij begon eerst vermaard te worden in de 15de eeuw, toen Khan Oeloe-Mohammed, uit Kiptsjak verjaagd, aldaar eene wijkplaats zocht en haar tot hoofdplaats van een Khanaat verhiel. De stad werd voorts meermalen door brand vernield, doch onder anderen in 1774 door Catharina nog fraaijer opgebouwd. Ook in 1815 en in 1842 had zp veel van het vuur te lijden.