Jekaterinburg of Catharina-burg, eene in 1722 gestichte en naar Catharina I genoemde arrondissementshoofdstad in het Russische gouvernement Perm, aan den grooten weg naar Siberië, 52 geogr. mijl ten zuidoosten van Perm gelegen, verheft zich schilderachtig aan den zoom van het Midden-Oeralgebergte en aan de rivier en het meer Isset, op eene door bergen omgevene, heuvelachtige vlakte. Zij is wegens hare ligging de hoofdzetel der mijnontginning in den Oeral, de meest-bevolkte plaats van het geheele gouvernement en onderscheidt zich door regte, breede straten en zwart-berookte huizen, maar tevens door prachtige paleizen, parken en tuinen. Er zijn 2 hoofdkerken, 10 kerken, een klooster, onderscheidene scholen, een muséum, eenige hospitalen, eene handelbank enz.
Het aantal inwoners bedroeg in 1862 bijna 22000. Er is eene munt voor kopergeld, eene groote ijzer- en eene kopersmelterij, — voorts heeft men er onderscheidene metaal- en andere fabrieken, twee machinefabrieken, groote steenslijperijen, inzonderheid eene Keizerlijke inrigting tot het bewerken van malachiet, jaspis, marmer, porfier en aventurien, alsmede goudwasscherijen aan de Isset. In de nabijheid der stad ligt de ijzergieterij Issetsk, de mijn Beresowsk, waar goud gewonnen wordt, en de inrigting van Pysjinsk, waar het goud door amalgamatie van het erts gescheiden wordt.