Independenten is de naam eener kerkelijke secte, die sedert 1610, vooral door de bemoeijingen van John Robinson, uit de Brownisten ontstond en vooral in Engeland vele aanhangers verkreeg. Zij verhief zich het eerst in de Nederlanden, bepaaldelijk in Leiden, Rotterdam, Arnhem en Gelder en verbreidde zich over Engeland, waar zij met gestrenge vervolgingen bedreigd werd, weshalve velen zich naar Amerika begaven, waar hunne vereeniging nog bestaat en zich in 1805 met de Presbyterianen en Baptisten verbonden heeft. Zij houden vast aan de letter des Bijbels en dragen den naam van independenten (onafhankelijken), omdat naar hunne meening elke gemeente een zelfstandig ligchaam is, dat onder de leiding van Christus staat en voor ’t overige zelf zijne zaken bezorgen moet. Zij verwerpen ook alle belijdenissen en formulieren, oordeelende dat de H. Schrift voldoende is, om de geloovigen in alle waarheid te leiden.
Hunne ingenomenheid met den Bijbel vervoerde hen voorts om, even als de Wederdoopers, pogingen aan te wenden, om het leven van den tegenwoordigen tijd naar de voorstellingen dier aloude oirkonden te vormen. In lateren tijd echter zijn velen van hen door den stroom der moderne gevoelens medegesleept. Zij kozen zielverzorgers, leeraars, ouderlingen en diakenen en handhaafden de kerkelijke tucht, doch erkenden geen geestelijken stand. Men vindt hunne gevoelens voorgesteld in de „Apologia justa et necessaria (1619)” van Robinson. Zie ook onder Cromwell.