Ignatius-boonen (Fabae Scti Ignatii, Fabae febrifugae) noemt men de zaden van een heester of boom, die te huis behoort op de Philippijnsche eilanden en tot de familie der Loganiaceën behoort, namelijk Strychnos Ignatii Bey. (Ignatia amara L. Fils.) met tegenoverstaande, spits-eivormige bladeren, 3tot 4-bloemige, okselstandige bloementuilen en peervormige, onbehaarde vruchten.
De zaden, in die peren aanwezig, zijn zeer vergiftig en bezitten dezelfde eigenschappen als de kraanoogen of braaknoten. Volgens Lindley worden zij onder den naam van Papeeta in Oost-Indië met goed gevolg tegen de chólera aangewend, hoewel zij bij te groote gift duizeling en stuiptrekking veroorzaken.