Hoorn en Hoornmuziek. Een hoorn of waldhoorn, corno of corno di cassio, cor of cor de chasse, is een algemeen bekend koperen blaasinstrument, bestaande uit cirkelvormige pijpen, die in een wijden trechter uitkopen, waarin door een mondstuk geblazen wordt. Het is een der oudste speeltuigen, dat, eerst regt of slechts weinig gebogen, van beestenhorens, later van [hout, en eindelijk in 1680 te Parijs van koper in cirkelvormige pijpen of roeren vervaardigd werd.
Oorspronkelijk werd het gebruikt door koewachters, nachtwachters en jagers, en sedert omstreeks eene eeuw als orkest-instrument. In ’t begin was het slechts voor ééne toonsoort geschikt, later is het door zetstukken in alle toonsoorten bruikbaar gemaakt; nog later werd het door zuigers of ventilen en kleppen geschikt voor de uitvoering van alle chromatische passages. De toonomvang van den hoorn is van de ééntot de driegestreepte c. Later zijn er onderscheidene soorten van hoorns uitgevonden en vervaardigd.
De muziekale compositiën voor koperinstrumenten, als hoorns, trompetten, bazuinen enz., noemt men hoornmuziek : ook de muziek zelve, door die instrumenten te zamen voortgebragt. Koper- en hout-instrumenten tot een orkest vereenigd leveren harmonie-muziek. Zie verder Muziek.