Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Homoiopathie

betekenis & definitie

Homoiopathie is de naam van een geneeskundig stelsel, door Hahnemann uitgedacht en het duidelijkst in diens „Organon der rationellen Heilkunst (1810)” beschreven. Hij heeft het alzoo genoemd naar het hoofdbeginsel, bevat in de Grieksche woorden voor gelijkslachtig lijden of similia similibus curantur (gelijk moet met gelijk genezen worden), in tegenoverstelling van de algemeen aangenomene geneeswijze, uitgedrukt in de woorden ongelijkslachtig Iijden of contraria contrariis curantur (ongelijk moet met ongelijk genezen worden). Evenals in de wiskunde minus, met minus vermenigvuldigd, plus voortbrengt, zoo kan, volgens de bewering der homoiopathen, eene ziekte genezen worden door een middel, dat in het gezonde ligchaam zulk eene ziekte voortbrengt. Gelijk dus het gebruik van eene behoorlijke hoeveelheid rhabarber bij den gezonden mensch buikloop doet ontstaan, zoo dient eene kleine hoeveelheid rhabarber ter genezing van dengene die aan buikloop lijdt.

Dat is hun eerste en groote beginsel. Hahnemann nam voor elk geneesmiddel 2 werkingen aan, de eigenlijke werking en de nawerking. De eerste is de regtstreeksche werking op het ligchaam, de tweede, de terugwerking van het ligchaam op den invloed der regtstreeksche werking. — Met dit beginsel hangt onmiddellijk het tweede beginsel der homoiopathie zamen. Zij verlangt, dat men een geneesmiddel moet onderzoeken op den gezonden mensch in grootere en kleinere giften, om van de aldus verkregene kennis bij de behandeling van zieken volgens het eerste beginsel gebruik te maken. Hahnemann en zijne eerste volgelingen bepaalden zich bij de waarneming alleen van de zigtbare verschijnselen, waarbij zij echter op alle bijzonderheden en eigenaardigheden zoo veel mogelijk acht gaven. De latere homoiopathen hebben dat onderzoek op dieren voortgezet en gebruik gemaakt van de waarnemingen en proeven der toxicologen, ten einde bekend te worden met de organische veranderingen, die door een geneesmiddel in het gezonde ligchaam worden te weeg gebragt. Hierdoor kon tusschen de nieuwere pathologie en physiologie en de geneesmiddelen een beter verband gebragt worden. — Als derde beginsel verkondigt de homoiopathie, dat hij het onderzoek van een zieke de naam van de ziekte tot de behandeling niets afdoet, maar dat met de meeste zorgvuldigheid alle, ook de geringste afwijking van den gezonden staat, met inachtneming van de omstandigheden, die op den toestand invloed hebben, moet worden opgespoord. Daarbij behoort evenzeer van de hulpmiddelen der physiologie en pathologie gebruik te worden gemaakt, als er acht moet worden gegeven op de uitwendig waar te nemen verschijnselen.

Het behartigen van dit beginsel, heeft veel goeds voortgebragt, daar het velen heeft aangespoord, om in de eerste plaats en met de meeste naauwgezetheid de ziekteverschijnselen waar te nemen. Hierdoor nam het tijdperk een einde, waarin men zich door bepaalde theorieën liet leiden, zonder op gemelde verschijnselen veel te letten. — Het vierde beginsel der homoiopathie is het volgende: Men neme eenvoudige, zoo mogelijk zuivere en goed bereide geneesmiddelen, die steeds afzonderlijk, nooit met elkander gemengd, moeten worden toegediend. Van het gekozen geneesmiddel geve men eene hoeveelheid, niet grooter dan noodig is om het voorgestelde doel te bereiken. Hahnemann beproefde, hoe klein de gift mogt zijn om nog nuttig te kunnen werken. Hij vond, dat de gift aanmerkelijk kleiner kon zijn, dan men vroeger algemeen aannam, en hij liet er zich toe verleiden de verdunningen tot in de millioenen te drijven.

Hij kwam toen tot de dwaze leer, dat het middel te sterker werkt, naarmate de gift kleiner is. Alleen de door hem zelven gevormde leerlingen van Hahnemann hebben zich meer of min aan zijn voorschrift betrekkelijk de gift gehouden; alle jongere homoiopathen zijn hiervan teruggekomen, en hoewel wij de toegediende hoeveelheden nog klein mogen heeten, zijn zij echter niet zóó klein, dat er aan de mogelijkheid van werking getwijfeld kan worden. Deze overdrijving van Hahnemann heeft aan zijne leer veel schade toegebragt, dewijl de groote massa deze dwaasheid verwart met het eerstgenoemde en voornaamste beginsel der homoiopathie. De geneeskunde is meer aan de homoiopathie verschuldigd dan gewoonlijk wel wordt geloofd; vooreerst eene meer naauwkeurige waarneming en waardéring der ziekteverschijnselen, het letten op den leefregel, een onbevoordeeld onderzoek naar de werking der geneesmiddelen en eene vereenvoudiging der vroeger zoo omslagtige receptuur; ten andere het gebruik van een aantal krachtig en dikwijls specifiek werkende geneesmiddelen voor bijzondere gevallen, waarvoor zij vroeger niet werden gebezigd, en juist doordien de tegenstanders der homoiopathie eenige der best onderzochte geneesmiddelen in den zin dier leer gebruiken, erkennen zij onwillekeurig de juistheid van het hoofdbeginsel, zoo niet in het algemeen, dan toch voor bijzondere gevallen.

< >