Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hoditz (Albert Joseph, graaf von)

betekenis & definitie

Hoditz een Moravisch edelman, die door zijn fantastischen kunstsmaak eene zekere vermaardheid verworven heeft, werd geboren den 16den Mei 1706. Uitgerust met een schat van kennis en begaafd met eene levendige verbeelding, vertrok hij naar Italië. Zoowel hier als later in de betrekking van kamerheer aan het Hof van keizer Karel VI had hij uitmuntende gelegenheid voor zijne ontwikkeling. In 1734 trad hij in het huwelijk met de geestrijke, doch reeds 50-jarige weduwe van den markgraaf Georg Wilhelm von Baireuth, doch liet zich weldra weder van haar scheiden.

Frederik de Groote benoemde hem in 1742 tot kommandant van een regement hussaren. Hij bezat echter geene geschiktheid voor deze betrekking en nam in 1743 zijn ontslag. Nu vestigde hij zich op zijn landgoed Roszwalde in Silézië, hetwelk hij, nagenoeg alleen door zijne lijfeigenen geholpen, in een allerbekoorlijkst verblijf herschiep. Zelfs Frederik de Groote bezocht in gezelschap van Voltaire dat buitenverblijf en betuigde daarover aan von Hoditz zijn welgevallen in een aanzienlijk geschenk en een dichterlijken brief. Von Hoditz bezat een vermogen van 5 millioen thaler, doch hij had het weldra aan zijne nieuwe scheppingen verspild. Toen de Koning zulks vernam, riep hij hem naar Potsdam en schonk hem een jaargeld. Hij overleed er den 17den April 1778, en op last van den Vorst ontving het gedeelte der straat, waar hij gewoond had, den naam van Hoditz-straat.

< >