Hobart-pasja, vroeger Augustus Charles, baron Hobart, een Turksch admiraal, geboren den 1sten April 1822, is het 4de kind van sir Augustus Eduard Hobart, zesden graaf van Buckinghamshire. Hij nam in 1835 dienst bij de Britsche marine en werd in 1863 kapitein. Gedurende den Amerikaanschen burgeroorlog deed hij van zich spreken wegens zijne dolzinnige zeetogten. Tot 18-maal toe zeilde hij door de blokkade-linie der Noordelijken, om met een koopvaardijschip wapens en munitie te brengen aan de Zuidelijken en katoen mede te nemen naar Engeland.
Daar hij persoonlijk bekend was met den overleden Turkschen staatsman en voormaligen gezant te Londen Ali-pasja, werd hij, op aanbeveling van dezen, in Turksche zeedienst geplaatst als schout-bij-nacht met den titel van pasja. Gedurende den opstand te Candia bewees hij door zijn beleid en moed aan de Turksche regéring belangrijke diensten. Aan het hoofd van het escader kreeg hij in last, de schepen Enosis, Kreta en Panhellenicon, door de Grieken tot ondersteuning der ingezetenen van Candia uitgerust, te verhinderen, dat zij levensmiddelen en munitie naar Creta overbragten. Hij kweet zich met ijver van zijne taak, en zelfs gelukte het hem bijna, de Enosis op te brengen. Hij werd dan ook in 1869 tot vice-admiraal en in 1870 tot groot-admiraal der Turksche vloot benoemd en belast met het opperbevel der Turksche oorlogschepen in de Middellandsche Zee. Sedert 1848 is hij gehuwd met eene dochter van doctor Colquhoun Grant.