Herodiánus, een geschiedschrijver der oudheid, was vermoedelijk een Griek van afkomst en leefde te Rome in de jaren 170—240 na Chr. Men heeft van hem eene geschiedenis der Keizers, in 8 boeken en in de Grieksche taal geschreven. Zij loopt van Commodus tot aan Gordianus III en onderscheidt zich door zuiverheid van taal, duidelijkheid, getrouwheid en vrijmoedigheid.
De beste uitgaven van dit geschiedwerk zijn die van Irmisch (1789— 1805, 5 dln), Bekker (1826 en 1855), en Lehr (1848). — In dienzelfden tijd leefde ook Aelius Herodiánus van Alexandrië, een zoon van Apollónius Dyscolus. Hij stond te Rome bij Marcus Aurélius zeer in gunst, en vervaardigde een aantal geschriften van taalkundigen inhoud, waarvan nog uittreksels en fragmenten voorhanden zijn. Men vindt deze o. a. in de „Grammatici Graeci” van Dindorf, terwijl zijne „Catholica prosodia” in 1860 door M. Schmidt is uitgegeven.