Hedwigia Swartz is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Burseraceae. Het onderscheidt zich door 2-slachtige en éénhuizige bloemen met een 4-tandigen kelk, 4 bloembladeren, 8 meeldraden, op eene schijf 1 ingeplant, en eene ronde steenvrucht met 4 groeven. De meestbekende soort is H. Balsamifera Swartz, een hooge boom, die op Haïti en andere West-Indische eilanden groeit. Hij levert den Hedwigia-balsem, die als een kleverig, roodachtig, doorzigtig, specerijachtig, maar niet aangenaam riekend sap uit den stam vloeit, en als „baume à cochon” op de Antillen zeer in trek is.
Men gebruikt dien balsem bij chronische ongesteldheid der slijmvliezen, tegen gal- en nierziekten, en dikwijls ook uitwendig. Hij verhardt in de opene lucht tot eene roodbruine hars (résine de Chibou of Cachibon). De olie, welke men uit den Hedwigia-boom verkrijgen kan, is lichtgeel, helder en ligter dan water, en wordt door minerale zuren rood gekleurd. Den bast en de takken gebruikt men tegen tusschenpoozende koorts, en de vette olie uit het zaad wordt als amandelolie gebezigd.