Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Gymnasiën

betekenis & definitie

Gymnasiën waren bij de oude Grieken, welligt reeds in de 7de eeuw vóór den aanvang onzer jaartelling, oefenscholen, welke tot ontwikkeling des ligchaams dienden. Zij ontleenden haren naam aan het Grieksche woord voor naakt, omdat de jongelingen ontkleed daaraan deelnamen. Het gebouw was van zuilengangen voorzien en in zijne nabijheid strekten zich veelal schaduwrijke lanen uit, voor de verschillende oefeningen bestemd, die er onder het toezigt van den gymnasiarch plaats grepen. Zij dienden tot sieraad voor de aanzienlijkste steden des lands en vormden behendige en dappere strijders voor de Grieksche vrijheid.

De gymnasiën van onzen tijd zijn daarentegen oefenplaatsen van den geest, bepaaldelijk bestemd voor het aanleeren der oude talen en daarmede verbondene wetensçhappen, weshalve zij als inrigtingen van hooger onderwijs worden beschouwd. Zij zijn ontstaan uit de middeleeuwsche kloosterscholen en in stand gehouden door de behoefte aan onderwijs. Behalve in het Latijn, Grieksch en Hebreeuwsch, ontving men er onderrigt in eenige andere vakken, bepaaldelijk in de zeven vrije kunsten, die men in het trivium (grammatica, rhetorica en dialectica) en in het quadrivium (arithmetica, geometria, muziek en sterrekunde) onderscheidde. Na het eindigen der middeleeuwen ontstonden in Midden-Europa vele universiteiten, waarna de gymnasiën voorbereidingsscholen werden voor deze. Het aantal gymnasiën en Latijnsche scholen in Nederland is vrij aanzienlijk, maar bij de wijziging van inzigten nopens de wetenschappelijke opleiding van de jeugd wordt het voor vele meer en meer een dringend vereischte, dat zij verdwijnen of eene belangrijke hervorming ondergaan.

< >