Guarini (Giovanni Battista), een dichter van zoetvloeiende Italiaansche verzen en tevens prozaschrijver, geboren te Ferrara in 1537, was een kleinzoon van den geleerden Varinus Guarino. Nadat hij te Pisa en Padua gestudeerd had, trad hij in dienst van Alfonsus II, hertog van Ferrara, die hem tot ridder sloeg en hem als gezant afvaardigde naar verschillende Staten, onder anderen ook naar Polen, om er naar de kroon te dingen. Deze zending kostte aan Guarini een groot gedeelte van zijn vermogen, en toen zij mislukte, verloor hij tevens de gunst van den Hertog. Nu hield hij zich te Padua of op zijn buitenverblijf' met letterkundigen arbeid bezig, doch reeds in 1585 werd hij naar Ferrara teruggeroepen en tot staatssecretaris benoemd.
Weder was hij in groot aanzien bij het Hof, maar nam in 1587 zijn ontslag, omdat de Hertog in een geding tusschen Guarini en zijne schoondochter eene beslissing genomen had, welke den dichter mishaagde. Aanvankelijk leidde hij nu een ambteloos leven, doch in 1597 trad hij in dienst van den groothertog Ferdinand I van Toscane, maar slechts voor korten tijd. Na eenig vertoef aan het Hof van den hertog van Urbino keerde hij naar Ferrara terug, en hield wegens zijne talrijke pleitgedingen, welke juist niet van zijne toegevendheid getuigen, bij afwisseling zijn verblijf te Venetië, Padua en Rome. Als gezant van zijne geboortestad kwam hij in 1605 te Rome, om Paulus V met het beklimmen van den Heiligen Stoel geluk te wenschen. Hij overleed te Venetië in 1612. Zijn beroemdst gedicht is „II pastor fido”, een herdersdrama, dat het eerst in 1585 te Turijn bij het huwelijk van Karel Emanuël, hertog van Savoye, met Katharina van Oostenrijk is opgevoerd, zich door eene onvergelijkelijke welluidendheid onderscheidt en in nagenoeg alle Europésche talen is overgezet. Voorts heeft men van hem „II Segretario (in gesprekken)”, — het blijspel „La idropica (1734)”, — „Rome (1601)”, — en „Lettere (1600)”. Zijne gezamenlijke werken zijn van 1737 tot 1738 in 4 deelen uitgegeven, — en zijn „Trattato della politica liberta”, hetwelk hij in 1599 schreef, is eerst in 1818 gedrukt.