Golconda is de naam van eene vesting en van een bouwval in het weleer even zoo genoemd koningrijk van Dekan in Britsch Indië. Thans behoort een en ander tot het Britsche presidentschap Calcutta. Gemeld koningrijk, tusschen de Boerda en de Kistna gelegen, bezat eene uitgestrektheid van omstreeks 4500 □ geogr. mijl, onderscheidene groote steden, zooals Hyderabad, Masoelipatnam, Vizakatpatnam enz., waar de Nederlanders in de 18de eeuw belangrijke factorijen hadden doen verrijzen, en leverde, behalve een grooten voorraad van voedingsmiddelen, eene menigte diamanten. De „Diamanten van Golconda” zijn tot een spreekwoord geworden, om een grooten schat aan te wijzen.
Thans echter schijnt er de voorraad dezer edelgesteenten uitgeput te wezen. Gemelde vesting verheft er zich op eene granietrots en dient tot staatsgevangenis. In de nabijheid van deze verheffen zich 18 grootsche mausoleeën of begraafplaatsen van inlandsche vorsten, van koepels en torens voorzien en gedeeltelijk gedekt met fraai-gekleurd porselein, waarop spreuken uit den Koran met witte letters op een blaauwen grond geteekend zijn. Bij elke begraafplaats behoort eene moskée, die voorheen door een aantal priesters bediend werd, welke zich tevens beijverden, om de behoeftigen van voedsel te voorzien. Voorheen had men er ook een park met fonteinen, doch zoowel deze laatsten als de sieraden, die zich weleer in die gebouwen bevonden, zijn verdwenen.
