Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Glycyrrhiza L.

betekenis & definitie

Glycyrrhiza L. of zoetwortel is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Vlinderbloemigen. Het omvat overblijvende kruiden met een houtigen, zoet-smakenden wortelstok. Tot de weinige soorten, die aan de oevers der Middellandsche Zee, in Hongarije, Azië en Zuid-Amerika groeijen, behoort het merkwaardige zoethout (G. glabra L.), hetwelk het bekende drop, ook wel Lucretia-sap (lacris) genaamd, oplevert. Deze plant draagt op haren loodregt in den grond geplaatsten wortelstok een aantal stengels, die 3 tot 6 Ned. palm hoog worden en bezet zijn met enkelvoudige, onbehaarde, oneven-gevinde, eenigzins kleverige bladeren, in wier oksels de stelen ontspruiten van kleine, vuil-paarsche bloemtrossen.

De wortelstok met zijne uitloopers komt als Radix Liquiritiae glabrae sive hispanicae in den handel. Door ze te koken met water in groote koperen ketels, en het verdampen van het sap bereidt men het ruwe drop, dat voor geneeskundig gebruik gezuiverd wordt. Men heeft in Spanje, Frankrijk, Sicilië, Calabrië en Griekenland groote dropfabrieken. Het hoofdbestanddeel van drop is de glycyrrhizine, eene niet kristalliseerbare, licht-gele, gomachtige, in water gemakkelijk oplosbare stof met een walgelijk-zoeten smaak. Daarenboven bevat de zoethoutwortel eene bruine, scherpsmakende harssoort, eiwit, zetmeel, gom, asparagine, extractiefstof enz. Het drop wordt vooral gebruikt als een verzachtend middel bij hoest. — G. echinata L. groeit desgelijks in het zuiden van Europa, vooral I in Hongarije; zijn wortelstok bevat echter minder glycyrrhizine dan die der voorgaande soort.

< >