Gilan of Ghilan is de naam van eene Perzische provincie aan den zuid westelijken oever van de Caspische Zee, waar zij een kustgebied vormt ter lengte van 40 of 50 en ter breedte van 8 tot 30 geogr. mijl. Zij ligt tusschen de Zee en het hoogland van Iran, en grenst ten zuidoosten aan Masenderan, ten westen aan Aserbeidsjan en ten noorden aan den Caucasus. De laagste gedeelten des lands onderscheiden zich door een uiterst weelderigen plantengroei, en op deze volgen de terrassen met wijn- en ooftgaarden. Boven dit gewest verheft de Elboers zijn naakten top, en de Kyzyl-Oezen (Sefi-roed) baant er voor hare wateren een weg door het gebergte.
Het klimaat is er vochtig, veranderlijk en ongezond. De wouden bestaan er uit eiken-, beuken-, esschen- en iepenboomen, platanen, elzen enz., en tot de vruchtdragende boomen behooren er inzonderheid vijge- en granaatboomen, roode en witte moerbeziënboomen, olijfboomen, walnotenappel- en perzikenboomen, terwijl de forsche wijnstok er zich van stam tot stam slingert. De hennep groeit er in het wild, en de moerassen zijn er met prachtige lotus-planten bedekt. Als voedingsmiddel wordt er veel rijst verbouwd. Het aantal inwoners wordt geraamd op 150000; zij houden zich hoofdzakelijk bezig met de zijdecultuur, en brengen hun product in de hoofdstad Resjt ter markt.
