Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Furfurol

betekenis & definitie

Furfurol (C5 H4 O2) is eene vlugtige olie, die in planten niet voorkomt, maar ontstaat als ontledingsproduct van plantenstoffen door zwavelzuur. Om ze te verkrijgen, wordt een mengsel van gelijke deelen meel, zaagsel, zemelen, kaf of iets dergelijks gedestilleerd met zwavelzuur, hetwelk met een gelijk volumen water verdund is. Het eerst-overgehaalde vocht giet men weder in de retort en destilleert totdat de stof bijna droog is.

Het zure vocht wordt met potasch verzadigd en gedestilleerd totdat 1/5de overgehaald is, en dit laatste destilleert men eenige malen over chloorcalcium totdat het furfurol zich van het water scheidt. Het furfurol is kleurloos, vrij gemakkelijk oplosbaar in water, maar beter in alkohol, en heeft een doordringenden reuk. Haar soortelijk gewigt is 1,16, en zij kookt bij 162° C. De huid wordt door het furfurol geel gekleurd.

Met ammoniak geeft het furfurol furfuramide, een geelachtig poeder, welks alkoholische oplossing met zwavelwaterstof thiofurfurol vormt en, met verdund kaliloog gekookt in furfurine overgaat. Deze laatste kristalliseert in dunne naalden en vormt met zuren neutrale zouten. Door eene opmerking van Stenhouse is het furfurol belangrijk geworden voor de nijverheid. Voegt men ze namelijk bij aniline, dan ontvangt deze eene fraaije roode kleur. Later ontdekte Persooz, dat de kleurende stof er uit afgezonderd kan worden, wanneer men bij eene oplossing van aniline in azijnzuur onder gestadig omroeren eene koude, oplossing van furfurol in water voegt. De vloeistof wordt dan aanstonds rood, doch vertoont aan hare oppervlakte eene witte, troebele laag, die bij het omschudden, alsmede bij meerdere toevoeging van furfurol, verdwijnt.

Laat men die vloeistof stil staan, dan is zij weldra ontkleurd, terwijl zich aan de wanden van het vat eene donkere, pekachtige massa met een groenen weerschijn heeft vastgehecht. Deze bevat de roode kleurstof in nagenoeg zuiveren toestand, welke met gedestilleerd water gewasschen en daarna gedroogd wordt, waarna zij broos en hard is en eene geelachtig-groene kleur heeft. Zij is nagenoeg onoplosbaar in water, maar lost gemakkelijk op in alkohol. Door ammoniak wordt zij opgelost en ontkleurd, maar door azijnzuur verkrijgt zij hare oorspronkelijke kleur. Is zij opgelost in geconcentreerd zwavelzuur, dan slaat zij bij toevoeging van water in vlokken naar den bodem. Zij verbindt zich niet met bijtmiddelen, maar hecht zich zeer goed op wol en zijde.

< >