Freia of Freya, in de Noordsche fabelleer de godin der liefde en na Frigga de voornaamste der vrouwelijke Asen, wordt voorgesteld als de dochter van Njord en Skade, en tevens uitmuntende door de kostbaarste gaven naar ligchaam en geest. Haar gouden halssieraad „breysing” genaamd, werd door 4 dwergen vervaardigd en haar als de prijs der schoonheid toegekend, terwijl anderen melden, dat Odin, daarvoor hare gunst wist te verwerven. Dat sieraad, met kostbare edelgesteenten getooid, sprong echter van een, toen Freya met den reus Threymr in het huwelijk zou treden. Aan haren gemaal Odhr, die in de wijde wereld toog, waarna zij, gouden tranen weenend (barnsteen), hem bij alle volkeren zocht, schonk zij 2 dochters, namelijk Huos, zoo schoon dat al het schoone naar haar genoemd werd, en Gersoni.
Hare bevalligheid verschafte haar de algemeene toegenegenheid, en zij was de beschermgodes van alle minnende paren. Haar paleis in Walhalla draagt den naam van Folkwang en is het schoonste der daar aanwezige gebouwen. De zaal Srsrummer in dat paleis is steeds gevuld met zangers en zangeressen, die minneliederen aanheffen. Haar wagen is met 2 katten bespannen. in Zweden bevonden zich vele tempels, aan hare dienst gewijd, en die van Upsala was beroemd. Ook elders waren er, en het is bekend, dat Karel de Groote haren tempel te Magdeburg verwoestte. Men stelt haar voor met helm en harnas, boog en zwaard, van boven in mansgewaad, van onder in vrouwelijke kleeding gehuld. Later verwarde men haar met de Romeinsche Vernis toen stelde men haar voor zonder kleederen in gezelschap van de 3 gratiën. — Zie voorts onder Asteroïden