Foix, de hoofdstad van het Fransche departement Ariège, alsmede van het voormalige graafschap en later van het gouvernement Foix (15 □ geogr. mijlen groot), is aan den voet der Pyreneeën en aan den oever der Ariège zeer schilderachtig gelegen en door een spoorweg met Toulouse verbonden. Er z(jn omstreeks 6000 inwoners, die in ijzersmelterijen, hoogovens, bierbrouwerijen, looijerijen, alsmede in den handel in staal- en ijzerwaren hun onderhoud vinden. Toorts is er een collége, eene kweekschool voor onderwijzers, eene bibliotheek, enz.
Het geslacht der granen van Foix is zeer oud. Boger van Foix erfde van zijn vader Bernard, een jongeren zoon van Boger I, graaf van Carcassonne, een gedeelte des lands, verkreeg in het midden der lid? eeuw ook het overige en noemde zich graaf. — Raymond Bernard van Foix, een dapper krijgsman, vergezelde in 1190 koning Philippus Augustus naar Palaestina, doch werd later van ketterij beticht, waarna de graaf van Montfort zich meester maakte van zijne goederen. Gesteund door den graaf van Toulouse, zocht hij zich daartegen te verzetten, en sneuvelde in 1223 na de verovering van Mirepoix. — Zijn zoon Roger Bernard zette den oorlog voort, onderwierp zich aan het gezag van den Paus, werd echter in 1237 nogmaals in den ban gedaan, en stierf als een boeteling in 1240. — Gaston II van Foix hielp den koning van Frankrijk strijden tegen de Engelschen, ontving tot belooning een gedeelte van het graafschap Lautrec, en sneuvelde in 1343 bij de belégering van Algesiras. — Zijn zoon Gaston III, wegens zijne schoonheid Phébus genaamd, streed desgelijks tegen de Engelschen, werd gouverneur van Languedoc en Gascogne, verstiet zijne gemalin Agnes, eene dochter van Philips III, koning van Navarra, trok in 1356 ten kruistogt tegen de ongeloovigen in Pruissen, bevrijdde in 1358 de Koninklijke familie uit de handen der Jacquerie, streed met den graaf van Armagnac om het bezit van Béarn, nam zijn tegenstander in den slag van Launac gevangen, en versloeg, toen Karel VI hem het bestuur over Languedoc ontnemen wilde, den tegen hem uitgezonden hertog van Berri. Meenende dat zijn zoon hem door vergif van kant wilde maken, deed hij dezen onder mishandelingen den hongerdood sterven. Hij vervaardigde een gedicht , over de jagt: „Miroir de Phébus (1620 en later)”, en overleed in 1391 zonder mannelijke nakomelingen achter te laten. — De Koning schonk nu het graafschap aan Matthieu van Foix, een achterkleinzoon van graaf Roger I. Hij stierf in 1398, waarna Archambauld de Graillg, gehuwd met de zuster van Matthieu, zich met geweld van het gebied des overledenen meester maakte, in 1401 in het bezit daarvan bevestigd werd, voor zich en zijne nakomelingen den naam van graaf van Foix aannam, en in 1412 overleed. — Zijn zoon Jean werd door Karel VI tot kapitein-generaal van 2 Fransche gewesten benoemd, waarover de Dauphijn zeer ontevreden was. Nadat deze echter den troon beklommen had, verzoende hij zich met den graaf en schonk hem het bevelhebberschap over het leger. Jean overleed in 1436. — Zijn zoon Gaston IV bewees Karel VII groote diensten in den oorlog tegen de Engelschen.
In 1455 benoemde zijn schoonvader Jan II, koning van Navarra, hem tot opvolger, terwijl de Koning van Frankrijk hem tot pair verhief en met Koussillon en Cerdagne begiftigde. Bij zijn dood in 1472 nam zijne gemalin Eléonore het koningrijk Navarra in bezit, terwijl zijn kleinzoon François Phébus, graaf van Foix, onder het voogdijschap zijner moeder Madelaine, Foix en Bigorre verkreeg. In 1479 werd hij de opvolger zijner grootmoeder op den troon van Navarra, maar overleed kort daarna, waarop Madeleine hare dochter Catherine dien deed beklimmen. Laatstgenoemde trad in het huwelijk met d'Albret, die zich zelven en zijne gemalin naauwelijks in het bezit van dat koningrijk kon handhaven, omdat Gaston van Foix, hertog van Nemours, wiens vader een jongere zoon was van Gaston IV, zijne regten deed gelden. Toen deze in den slag van Ravenna gesneuveld was (1512), wilde Lodewijk XII Navarra opdragen aan Germaine, eene zuster van Gaston; doch het Parlement te Parijs besliste, dat na den dood van Cathérine en d'Albret de kroon van Navarra zou ten deel vallen aan hun zoon Hendrik. De dochter van dezen, Jeanne d'Albret genaamd, trad in het huwelijk met Anton van Bourbon, hertog van Vendóme en werd de moeder van Hendrik IV, koning van Frankrijk.