Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Flagellanten of Geeselaars

betekenis & definitie

Flagellanten of Geeselaars is de naam eener broederschap der 13de eeuw, die geen volkomen vertrouwen stelde in de genademiddelen der Kerk en om die reden het besluit nam, om door zelfkastijding vergiffenis van zonden te verwerven.

De kluizenaar Rainer te Perugia wordt voor haar stichter gehouden (1260). Weldra vond hij aanhangers in alle steden van Italië; ouden en jongen, aanzienlijken en geringen trokken door de straten, geeselden zich ten bloede en vermaanden allen tot boete. Door priesters aangevoerd, begaven zij zich soms bij duizenden naar andere landen, om aalmoezen te verzamelen. In 1261 overschreden zij met talrijke scharen de Alpen en verwierven in Duitschland, Bohemen en Polen vele navolgers. Toch vond de broederschap afkeuring bij de vorsten en bij de hooge geestelijkheid. De schaamtelooze naaktheid der Flagellanten bij het zich toedienen der geeseling kwetste de zedelijkheid, en de zwervende troepen, die door het afpersen van aalmoezen den vrede der burgers verstoorde, gaven zich over aan allerlei uitspattingen. Daarom werden zij in Polen en Bohemen over de grenzen gejaagd.

Toen echter in 1349 eene vreeselijke ziekte, de Zwarte Dood genaamd, Europa ontvolkte, vertoonden zich weder Geeselaars in Duitschland en aangrenzende landen en gaven voor, dat zij brieven uit den hemel hadden ontvangen, terwijl zij door hunne boetedoeningen en liederen het volk zochten op te winden. Nu werden zij van wege de Kerk vervolgd, en zelfs nog in 1414 moesten 91 Flagellanten tegelijk te Sangerhausen in Thüringen den brandstapel beklimmen. Omtrent het einde der 14de eeuw ontstonden ook elders vereenigingen van boetelingen, doch deze waren onafhankelijk van de Flagellanten. De kerkvergadering te Constanz nam gestrenge maatregelen tegen de Geeselaars, zoodat zij na dien tijd in vergetelheid geraakten, — hoewel men meent, dat er nog altijd leden dier orde bestaan.

< >