Excellentie, afkomstig van een Latijnsch woord, hetwelk voortreffelijkheid beteekent, is een titel, die het eerst gevoerd werd door de Longobardische en later door de Frankische Koningen, alsmede door de Duitsche Keizers.
Daarop werd hij aangenomen door de Italiaansche Vorsten, terwijl zij hem met dien van altezza verwisselden, zoodra de Fransche gezant te Rome zich eccellenza deed noemen. Later kende men in het algemeen dezen titel toe aan gezanten, terwijl hij vervolgens overging op burgerlijke ambtenaren van hoogen rang, zooals staatsraden, ministers enz. In Frankrijk werd hij in 1830 en 1848 als ministerstitel afgeschaft, doch dit duurde slechts korten tijd. In Engeland worden de koloniale en provinciale gouverneurs en de lord-luitenant van Ierland „his excellency” genoemd, — en in Italië is de titel van „eccellenza” voor aanzienlijke personen zeer algemeen.