Ellagzuur, eene benaming, ontstaan, door het omkeeren van het Fransche woord „Galle”, is het ontbindingsproduct van een schimmelend waterachtig opgietsel van galnoten.
Het ontstaat wanneer men dit in de open lucht laat staan en kan, na het uitwasschen van het bezinksel, hieruit verkregen worden, wanneer men dit in kali oplost en met een zuur doet neerslaan. Het vertoont zich als een lichtgeel poeder, dat uit microscopische prisma’s bestaat, geen smaak heeft, bij 100° C. watervrij is, bij een hoogeren warmtegraad verkoolt zonder te smelten en daarbij met gele naalden bedekt wordt. Het lost niet op in aether, naauwelijks in water en slechts weinig in wijngeest. Lost men het op in geconcentreerd zwavelzuur, zoo daalt het na verdunning met water onveranderd naar den bodem. IJzerchloride kleurt het groen en lost het na eenigen tijd op met eene donker blaauwe kleur. Zijne zouten zijn geel, en het schijnt zich met kali op onderscheidene wijzen te verbinden.