Eendenkooi noemt men eene inrigting, om wilde eenden te vangen. Zij bestaat uit een ruimen vijver, door kreupelhout omgeven. Daarin zijn roep- of kwaak-eenden geplaatst, die de voorbijtrekkende wilde eenden lokken. Zoodra deze zich in den vijver bevinden, verschijnt een daarop afgerigt hondje, dat zich naar met netten overdekte watergangen begeeft.
De onnoozele wilde eenden zwemmen uit nieuwsgierigheid evenzeer derwaarts. Nu verschijnt de kooiker, en de vreemde gasten vliegen verschrikt omhoog; hier worden zij door de netten belemmerd in hunne vlugt, en daar zij zich nu verder spoeden, geraken zij in de achter die watergangen geplaatste fuiken, waar ze door den kooiker gegrepen en meêdoogenloos om hals gebragt worden. Ook in ons Vaderland heeft men hier en daar zulke verraderlijke inrigtingen, — vooral in die te Schiermonnikoog worden vele vogels gevangen.