Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Dwaallichten

betekenis & definitie

Dwaallichten zijn volgens het algemeen gevoelen blaauwachtige vlammen, die boven moerassen, poelen en kerkhoven zweven, alzoo boven plaatsen, waar bewerktuigde zelfstandigheden tot verrotting overgaan. Juist omdat men ze in de nabijheid der kerkhoven waarnam, beschouwde het bijgeloof die verschijnselen als zielen van ongedoopte kinderen, die onrustig op aarde bleven rondzwerven. Ten laatste hebben natuuronderzoekers zich beijverd, om den aard der dwaallichten op te sporen.

Bessel ontwaarde den 2den December 1807 gedurende een donkeren nacht in eene veenstreek niet ver van Breinen een aantal blaauwachtige vlammen, die zich boven den grond plotselijk vertoonden en na verloop van eenige seconden weder verdwenen. Ook Vogel heeft er in September 1849 tusschen Kamentz en Königsbrück en in November bij Leipzig waargenomen. Te Fontainebleau verhieven zich den 22sten December 1839 gedurende een zwak onweder kleine vlammen uit de slijkerige straatgoten en verspreidden een phosphorusachtigen reuk, terwijl Filopanti vermeldt, dat hij in 1851 bij Bologna dwaallichten heeft gezien.

Zij werden er door sommigen voor vette uitwasemingen gehouden, die door koude tot digtheid kwamen en vervolgens ontvlamden, — door Volta voor koolwaterstofgas, — door anderen voor electrische verschijnselen, — en door nog anderen voor zelfontbrandend phosphorwaterstofgas, hoewel men dit laatste tot nu toe niet in de natuur heeft aangetroffen. Het is intusschen zeer waarschijnlijk, dat de vermelde waarnemingen onjuist zijn, en dat men vermolmd hout en vooral lichtgevende insecten voor dwaallichten heeft aangezien. Deze laatste zijn echter in de hedendaagsche wetenschap onbekend, daar het tot nu toe aan wetenschappelijke mannen niet is gelukt, het bestaan van dwaallichten te bewijzen en den aard dier verschijnselen te onderzoeken.

< >