Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Duizend-en-één nacht

betekenis & definitie

Duizend-en-één nacht is de titel eener in het Oosten sedert eeuwen bekende verzameling van sprookjes en wonderverhalen. Zij werden door Galland in Europa bekend gemaakt en aldaar met ongemeenen bijval ontvangen. Vooral wekte daarin de levendige schildering van Oostersche zeden en gebruiken, — van de ridderlijke dapperheid der Arabieren, van hunne zucht naar avonturen, van hunne schranderheid, hunne liefde en wraakzucht, van de list der vrouwen, van de huichelarij der priesters, van de morsigheid der Derwischen, van de brutaliteit der bedelaars en van de omkoopbaarheid der regtors — eene algemeene belangstelling.

Met goud overladene paleizen, bekoorlijke vrouwen, betooverende tuinen en kostbare gastmalen boeijen den lezer en verplaatsen hem op een gebied van wonderen en verrassingen. Wat den oorsprong betreft, schijnen de bovennatuurlijke sproken uit Indië, de sentimentéle uit Perzië, en de geestige uit Arabië afkomstig te wezen. De tijd, waarop die verhalen verzameld zijn, is moeijelijk te bepalen. Welligt is dat oorspronkelijk in Perzië geschied in de „Hesâr efsâne (Duizend sproken)” van Rasti. De verzameling, welke wij bezitten is intusschen in de 15de eeuw uit Egypte tot ons gekomen.

Wij kennen daarvan onderscheidene uitgaven in het Arabisch onder den titel „Alif Lila wa Lilin”, en Galland heeft ze onder den titel „Les mille et une nuits” in 1704 in 12 deelen het eerst in het Fransch vertaald. Later zijn zij bij herhaling uitgegeven en ook in andere talen van Europa (in de onze door Frylink) overgebragt. — Onder den titel „Les mille et un jours” is vervolgens eene andere verzameling van Perzische en Arabische sproken in het licht verschenen, welke in het oorspronkelijke den naam draagt van „Faradsch-hâd-elSjidach” of „Verblijden na lijden”.

Duizendguldenkruid Duizendguldenkruid (Erythraea L.) is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Gentianeën; het onderscheidt zich door een 5-spletigen kelk, eene trechtervormige bloemkroon met 5-lobbigen zoom, een gebogen stijl, vijf meeldraden, in de buis der bloemkroon ingeplant, en eene 2-hokkige zaaddoos. In ons Vaderland groeit gewoon duizend,guldenkruid (E. Centaurium L.) met langwerpig aan den voet rozetvormig vereenigde bladeren, een uitgerekten stengel en veelal witte, bos- of pluimvormende bloemen. Dit kruid, dat op boschrijke zandgronden en op de duinen groeit, bevat eene eigenaardige bittere extractiefstof, centaurine genaamd, weshalve het in den bloeitijd verzameld wordt, om als geneesmiddel tegen zwakke spijsvertering enz. te dienen.

< >