Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Duinkerken (Dunkerque)

betekenis & definitie

Duinkerken is eene vesting en havenstad en tevens de hoofdstad van het Fransche Departement du Nord. Zij ligt aan de Noordzee,aan den spoorweg en aan een paar kanalen en is eene der voornaamste koop- en fabrieksteden van Frankrijk.

Door een regelmatig stoombootverkeer staat zij in verband met Havre, Rotterdam, Londen, Hull en Petersburg. Er zijn ruim 32000 inwoners, eene regtbank van eersten aanleg, eene handelsregtbank, twee vredegeregten, eene kamer van koophandel, alsmede van landbouw en vele consulaten. Voorts vindt men er eene school voor hydrographie, eene wiskundige school, eene teekenschool, eene openbare boekerij, eene verzameling van schilderijen en van voorwerpen voor de natuurlijke historie, onderscheidene geleerde genootschappen, een schouwburg, eene beurs, eene bank enz. Duinkerken is eene fraaije stad met breede,regte, goed geplaveide straten. Op één der pleinen, het Champs de Mars, prijkt het standbeeld van Jean Bart. Tot de merkwaardigste gebouwen behooren er het raadhuis, de kerk van St. Eloy en de kazernen. De reede is er wegens zandbanken niet zeer toegankelijk, doch de haven kan wel 200 schepen bevatten. Er zijn onderscheidene scheepstimmerwerven en vele soorten van fabrieken; ook bloeit er de zeevisscherij en de aldaar aanwezige zeebaden worden druk bezocht. — De stad werd in 960 door Boudewijn, graaf van Vlaanderen, gesticht, in 1388 door de Engelschen verbrand, in 1400 van vestingwerken voorzien, en was langen tijd een twistappel tusschen Frankrijk Spanje en Engeland.

In 1540 werd zij door de Engelschen aan de Spanjaarden ontrukt, en in 1558 door de Franschen veroverd, doch na den Vrede aan Spanje teruggegeven. De prins van Condê veroverde haar in 1646, doch zij viel spoedig weder in handen der Spanjaarden. In 1658 werd zij op nieuw door Turenne veroverd, maar kwam in het bezit van Engeland. Lodewijk XIV kocht haar in 1662 van Karel II voor 5 millioen livres en deed al het mogeIijke om haar als vesting onneembaar te maken en hare haven in een uitmuntenden toestand te brengen. Gedurende de oorlogen tusschen Engeland en Frankrijk berokkenden de vrijbuiters van Duinkerken groote schade aan de Engelsche en Nederlandsche koopvaart. Daarom stelde Engeland bij den Vrede van Utrecht (1713) de voorwaarde, dat Frankrijk op eigen kosten de vesting dier stad moest sloopen, en die voorwaarde werd nogmaals voorgeschreven bij den Vrede van Parijs (1763). Dat artikel verviel echter bij een lateren Vrede van Parijs in 1783, en na dien tijd werd ijverig gewerkt aan het herstel der wallen van Duinkerken. In Augustus 1793 maakte de hertog van York zich gereed om de stad te veroveren, doch de komst van generaal Houchard en een welbestuurde uitval der belegerden noodzaakten hem, om onverrigter zaken af te deinzen.

Duisburg Eene arrondissementshoofdstad in het district Düsseldorf der Pruissische Rijnprovincie, ligt niet ver van de Rijn en de Roer, die beneden de stad door een kanaal verbonden zijn. Zij is eene bloeijende fabrieken handelsplaats met ruim 20000 inwoners.

De fabrieknijverheid bepaalt er zich vooral tot tabak, — voorts bereidt men er ultramarijn, soda, zwavelzuur, chloorkalk, aluin, blaauwzuur kali, Berlijnsch blaauw, stearine, zeep, dakpapier en stijfsel. Ook vindt men er eene suikerraffinaderij, eene spinnerij, 2 weverijen, eene inrigting voor den bouw van vaste bruggen, 3 machinenfabrieken, 3 hoog-ovens en eene kopersmelterij, terwijl een bloeijende handel er hoofdzakelijk koloniale waren, hout en kolen omvat. De haven is na die van Ruhrort de grootste rivierhaven van Duitschland. — Duisburg is eene zeer oude stad; men vindt haar reeds vermeld ten tijde der Frankische Koningen. Eerst was zij eene vrije rijksstad, doch in 1290 verviel zij aan Cleef en later aan Brandenburg. Tot de merkwaardige gebouwen behoort er de deftige St.

Salvatorkerk, in 1401 in spitsbogenstijl gebouwd. Men heeft er een gymnasium, hetwelk sedert 1830 met eene reaalschool verbonden is. In 1655 werd er eene universiteit gesticht, doch deze is in den aanvang onzer eeuw opgeheven. In 1846 is er een gesticht voor verwaarloosde kinderen verrezen.

< >