Een uitstekend Fransch beoefenaar der aesthetica, werd geboren te Beauvais in 1670, studeerde aldaar en te Parijs en verkreeg in 1695 eene betrekking bij het departement van Buitenlandsche Zaken onder den minister Torcy. Deze belastte hem met onderscheidene belangrijke aangelegenheden in Duitschland, Italië en Nederland, en vooral ook in Engeland.
Op zijne reizen verzamelde hij zijne opmerkingen over kunst en gaf ze in het licht onder den titel „Réflexions critiques sur Ia poésie, la peinture et la musique (1719, 6de uitgave 1755, 3 dln)”. Ook' als geschiedkundige heeft hij zich bekend gemaakt door zijne „Histoire de la ligue de Cambrai (1721, 2 dln)”, — en door zijne „Histoire critique de l’établissement de la monarchie Française dans les Gaules (Amsterdam 1743, 2 dln)”. In 1723 verkreeg hij eene geestelijke betrekking; in 1720 was hij reeds vaste secretaris der Fransche Académie geworden, en hij overleed te Parijs den 23sten Maart 1742.