Dollond (John), een uitstekend gezigtkundige en de uitvinder der achromatische of kleurschiftinglooze kijkers, was van Franschen oorsprong, doch werd geboren te Londen den 10den Junij 1706. Nadat hij reeds vroeg zijn vader verloren had, zag hij zich bij dag aan den weefstoel gekluisterd, maar legde zich des avonds toe op de wiskunde en maakte zich bekend met de wetten der gezigt- en sterrekunde. Zijn oudste zoon Peter Dollond stichtte een optisch instituut, om de verworvene kennis op dat gebied in practijk te brengen. In 1752 verbond zijn vader zich met hem en besteedde al zijne vlijt aan de verbetering der verrekijkers, waartoe hij door de voortreffelijkste wis- en natuurkundigen van zijn tijd werd aangespoord.
Na eene reeks van vernuftigd uitgedachte proeven, waartoe het onderzoek van Klingenstiërna tot grondslag diende, ontdekte hij de ongelijke breking der gekleurde lichtstralen in verschillende middenstoffen, en kwam alzoo tot het besluit van de mogelijkheid om dioptrische kijkers te vervaardigen, waardoor men de beelden aanschouwde zonder de hinderlijke gekleurde randen. Die ontdekking werd door het Koninklijk Genootschap te Londen met goud bekroond. Daarna gelukte het hem, van flint- en crownglas (zie aldaar) objectiefglazen te vervaardigen, die de ongelijke breking der lichtstralen verbeterden, weshalve zij met den naam van achromatische glazen werden bestempeld. John Dollond werd voorts benoemd tot lid van het Koninklijk Genootschap, en overleed den 30sten November 1761. — De reeds vermelde Peter Dollond, geboren den 24sten Februarij 1731, bleef met zijn jongeren broeder John (+ 6 November 1804) aan het hoofd van het instituut, schreef een „Account of the discovery of refracting telescopes (1789)”, en overleed te Kensington den 2den Julij 1820. — George Dollond, een neef van den voorgaande, geboren den 25sten Januarij 1774 en overleden den 13den Mei 1852, maakte zich desgelijks bekend als gezigtkundige en als vervaardiger van uitmuntende chronometers, terwijl hij tevens onderscheidene bijdragen leverde in de „Philosophical Transactions” en in de „Gedenkschriften" van het Astronomisch Genootschap te Londen.