Diomédes, een zoon van Ares (Mars) en Cyrene, was een koning in Thracië, die zijne 4 paarden met menschenvleesch voedde en om die reden door Héracles (Hercules) op bevel van Eurystheus gedood werd. — Een andere Diomédes, een zoon van Tydens en van Deïpyla, was de gemaal van Aegialeia, de opvolger van Adrastas op den troon van Argos, en een der dapperste helden van het leger vóór de wallen van Troje. Reeds vroeger was hij met de Epigonen tegen Theben ten strijde getrokken. Bij de belegering van Troje wondde hij, bijgestaan door Athene (Minerva), zelfs Ares (Mars) en Aphródite (Venus). Bij de lijkspelen ter eere van Patroclus behaalde hij een der prijzen, en met Odusseus (Ulysses) haalde hij Philoctetes, die de pijlen van Héracles (Hercules) bezat, voor de verovering der stad onmisbaar, van het eiland Lemnos.
Voorts roofde hij de paarden van Rhesus en bevond zich in het houten paard, hetwelk binnen de vesten van Troje gebragt werd. Ook onderscheidde hij zich in de raadsvergaderingen, daar hij zich met kracht verzette tegen het voorstel, om het beleg op te breken. Na zijn terugkeer bevond hij, dat zijne gemalin zich aan echtbreuk had schuldig gemaakt, weshalve hij zich naar Aetolië begaf, en vervolgens naar Apulië, waar hij in het huwelijk trad met Euippe, eene dochter van koning Daunus, welke hem 2 zonen schonk, Diomédes en Amphíomus. Omtrent zijn uiteinde luiden de berigten verschillend. In Italië werd hij voor den stichter van onderscheidene steden gehouen en ontving er Goddelijke hulde.
