Diez (Friedrich Christian), de grondlegger der Romaansche letterkunde, werd geboren te Gieszen den 15den Maart 1794, studeerde erin de letteren, nam deel aan den vrijheidsoorlog van 1813, en wijdde zich in 1816 te Göttingen aan de beoefening der nieuwe talen. Volgens den raad van Göthe bestudeerde hij met ijver de OudProvencaalsche taal- en dichtkunde. In 1819 en 1820 was hij huisonderwijzer te Utrecht, vestigde zich daarna als privaatdocent eerst te Gieszen en vervolgens te Bonn, en werd hier in 1823 buitengewoon en in l830 gewoon hoogleeraar. Van zijne geschriften noemen wij: „Altspanische Romanzen (18211”, — „Beiträge zur Kenntniss der romanischen Poesie (1825)”, — „Die Poesie der Troubadours (1826)”, — „Grammatik der romanischen Sprachen (1836— 1842, 3 dln, nieuwe bewerking 1850—1860)”, — en „Etymologisches "Wörterbuch der romanischen Sprachen (1853, 2de uitgave 1861—1862, 2 dln)”.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk