Diesterweg (Friedrich Adolf Wilhelm), een zeer verdienstelijk Duitsch opvoedkundige, werd geboren te Siegen den 29sten October 1790, studeerde te Herborn en te Tübingen in verschillende vakken, en werd huisonderwijzer te Mannheim.
In 1811 werd hij tweede leeraar aan de middelbare school te Worms, in 1813 leeraar aan de normaalschool, in 1818 tweede rector aan de Latijnsche school te Elberfeld, in 1820 directeur der onderwijzerskweekschool te Mors, en in 1832 directeur van de kweekschool te Berlijn. In 1850 ontving hij een eervol pensioen en overleed te Berlijn den 7den Julij 1866.
Hij beijverde zich, om degelijke onderwijzers te vormen, zooals voldoende blijkt uit zijne geschriften, b. v.: „Rheinische Blätter für Erziehung und Unterricht (1827 enz.)”, — „Wegweiser zur Bildung für Deutsche Lehrer (2 dln, 4de uitgave 1851)”, — „Lehrbuch der mathematischen Geographie und populären Himmelskunde (6de uitgave 1860)”, in het Nederlandsch vertaald door Dr. Gleuns en bij herhaling uitgegeven, — „Leitfaden für den Unterricht in der Formenund GröszenIehre (3de uitgave 1836)", — „Praktischer Lehrgang für den Unterricht in der Deutschen Sprache (2 dln, 5- en 6de uitgave 1863)”, — „Methodisches Handbuch für den Gesammtunterricht in Rechnen (2 dln, 6de uitgave 1864)”, met Heuser bewerkt, enz.
In 1858 werd hij benoemd tot lid van de Kamer van Afgevaardigden en ijverde er voor de zelfstandigheid der school, terwijl hij aantoonde, dat de beginselen der moderne paedagogie onvereenigbaar zijn met de leerstellingen der Kerk.
