Diepenbaak (Abraham van), een uitstekend Nederlandsch schilder, een leerling van Rubens, werd waarschijnlijk geboren te 's Hertogenbosch in 1607 en wijdde zich aanvankelijk met goed gevolg aan het glasschilderen.
Hij versierde de ramen in eene kerk te Antwerpen met 40 tafereelen uit het leven van den heiligen Franciscus de Paula, welke zich thans in Engeland bevinden. Vervolgens legde hij zich toe op het schilderen met olieverf, en nadat hij van eene reis naar Italië was teruggekeerd, zag hij zich in 1641 tot voorzitter der schilderacademie te Antwerpen gekozen. Vooral ook verwierf hij veel roem als behangselschilder, en hij vervaardigde voorts vele teekeningen voor boekhandelaars enz.
Naar die teekeningen zijn ook platen gegraveerd, en eene verzameling daarvan is in 1655 te Parijs onder den titel van „Tempel der Muzen'' met een tekst van den abbé Marotten, — eene andere in 1735 te Amsterdam in 60 bladen in het licht gegeven. Van zijne schilderijen noemen wij eene copie (te Coblenz) van de „Afneming van het kruis" van Rubbens, en eene Madonna met het kind en met Elizabeth, alsmede eene Cloelia, met hare gezellinnen over de Tiber zwemmend, beide in het Muséum te Berlijn. Hij overleed in 1675.