Delegatie, is in het burgerlijk regt eene handeling, waarbij een schuldenaar aan zijn schuldeischer een anderen schuldenaar geeft, die zich ten behoeve van dien schuldeischer tot betaling verbindt. Zij brengt op zich zelve, evenmin als de enkele aanwijzing, door den schuldenaar gedaan, van iemand, die, voor hem betalen moet, geene schuldvernieuwing of novatie te weeg. Dit is alleen dan haar gevolg, als de schuldeischer den ouden schuldenaar uitdrukkelijk ontslaat. Zulk eene delegatie heeft het meest plaats, doordien de schuldenaar een ander, die zijn schuldenaar is, in zijne plaats stelt, en kan in dat geval eene dubbele schuldvernieuwing, ook ten aanzien van de verbindtenis tusschen hem, die delegeert, en hem, die gedelegeerd wordt, ten gevolge hebben; zij kan echter evenzeer geschieden door aanwijziging van iemand, die geen schuldenaar is van den schuldenaar, zoo hij zich maar in de plaats van dezen verbindt.
In beide gevallen is de toestemming noodig van den ouden schuldenaar, die een anderen debiteur geeft; die van den gedelegeerden schuldenaar, die zich verbinden moet, en zonder wiens toestemming er wel overdragt (cessie) van schuld, maar geene eigenlijke schuldvernieuwing kan plaats hebben, en eindelijk die van den schuldeischer, aan wien geene zich moet verbinden, en die hem dus als schuldenaar moet aannemen.
De toestemming behoeft niet gelijktijdig gegeven te worden, maar de delegatie is niet volledig zonder en voordat die van allen te zamen bestaat. Da schuldeischer heeft nu regt van vordering tegen den gedelegeerde, zonder dat de verbindtenis tusschen hem en den ouden schuldenaar is opgeheven. De positie van dezen is dus niet veranderd, die van den crediteur is verbeterd door de soort van borgstelling, die de delegatie hem geelt.
De gedelegeerde is evenwel geen borg; hij is eenvoudig naast den ouden schuldenaar geplaatst, en kan de regten, door de wet aan borgen toegekend, niet inroepen. Zoodanige delegatie brengt dan alleen schuldvernieuwing te weeg, als de schuldeischer (expressis verbis) dat is uitdrukkelijk met zoovele woorden, verklaard heeft, om zijn schuldenaar, die gedelegeerd heeft, van zijne verbindtenis te ontslaan. In dit geval heeft de crediteur op hem ook geen verhaal meer, zelfs niet, indien de in de plaats gestelde (gedelegeerde) in staat van faillissement of van kennelijk onvermogen is geraakt, ten ware dit verhaal bij de overeenkomst van delegatie uitdrukkelijk mogt zijn voorbehouden, of, dat de in de plaats gestelde schuldenaar reeds op het oogenblik der overzetting openlijk bankbreukig mogt wezen, of in verval van zaken mogt zijn geraakt. Heeft een schuldenaar zich bij overzetting aan een nieuwen schuldeischer verbonden (en ook in dit geval is er novatie), en is hij dientengevolge ten aanzien van zijn vorigen schuldeischer ontslagen, dan kan hij aan den nieuwen crediteur niet tegenwerpen de exceptiën, welke hij tegen den eersten zou hebben kunnen doen gelden, al ware het, dat zij hem bij het aangaan der nieuwe verbindtenis niet bekend zijn geweest, behoudens echter, in dit geval, zijn verhaal op den oorspronkelijken schuldeischer.
In het procesregt spreekt men van delegatie van regtsmagt, en men duidt daarmede aan de overdragt van zekere ambtsverrigtingen aan eene permanente of tijdelijke commissie of aan een bepaald persoon, met afwijking van de gewone orde van zaken. De opdragt tusschen de regterlijke Colléges of ambtenaren onderling wordt gegeven bij de zoogenaamde letteren requisitoriaal. Aanleiding tot zoodanige delegatie kan gevonden worden in eenige omstandigheid, die het eigenlijk aangewezen gezag verhindert om de zaak behoorlijk waar te nemen.